Combinaties optellen en vermenigvuldigen
Een klas bestaat uit 8 jongens, 9 meisjes en 3 nb leerlingen.
1. Op hoeveel manieren kunnen de jongens op een rij gaan staan?
2. Op hoeveel manieren kan er een groepje van 4 leerlingen gekozen worden om een klassenfeest te organiseren?
3. Op hoeveel manieren kan een groepje van 4 leerlingen bestaan uit 2 jongens en 2 nb leerlingen?
4. Op hoeveel manieren kan een groepje van 4 leerlingen bestaat uit meer dan 2 meisjes?