• Het oor zet geluid om in signalen en geeft deze via de gehoorzenuw door aan de hersenen.
• Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hoogte (frequentie) en sterkte (amplitude) vd geluidsignalen
• Verloop: geluid—> binnenoor/slakkenhuis—>geluidsgolven gaan via een vloeistof langs een menbraan met allemaal zintuigen (voorzien van haartjes)—> de haartjes geven de signalen door aan de gehoorzenuw.
• In het begin is het membraan smal, daardoor kunnen de haartjes resoneren bij een hoge frequentie (max.20kHz), als het membraan breder wordt resoneren ze bij een lage frequentie (min. 20Hz). Zo kun je verschillende toonhoogtes waarnemen.
• Door de amplitude vd trillingen vd haartjes (vh membraan) hoor je de sterkte vh geluid.
• Bij te hard geluid kunnen de zintuigcellen beschadigen.