1.2 Amsterdam in de Gouden Eeuw

Welkom bij GS!

  1. Leerboek bladzijde 10 op tafel
  2. Open Lessonup en kom in de les.
  3. Lekker bezig!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij GS!

  1. Leerboek bladzijde 10 op tafel
  2. Open Lessonup en kom in de les.
  3. Lekker bezig!

Slide 1 - Slide

De Gouden Eeuw in Nederland
Paragraaf  1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

ken je de begrippen droogmakerij, Gouden Eeuw, grachtengordel en stapelmarkt. 
kan je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. 

Slide 3 - Slide

De stapelmarkt
Als je tussen Noord- en Zuid-Europa handelde, kon je deze reis niet in een keer maken. Je moest halverwege stoppen. 
De handelaar moest daar zijn producten een tijdje opslaan. Een stad waar die producten werden opgeslagen noemen we een stapelmarkt. 
stapelmarkt
Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waarom was Amsterdam een goede handelsplek?

Slide 6 - Open question

De stapelmarkt
Amsterdam en Antwerpen lagen precies halverwege deze handelsroute. Ook kon je vanuit daar makkelijk producten (via rivieren) vervoeren naar Duitsland.
Amsterdam was dus ideaal als stapelmarkt. 
stapelmarkt
Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld. 

Slide 7 - Slide

Wat is een stapelmarkt?

Slide 8 - Open question

De 80-jarige oorlog
Onder leiding van Willem van Oranje werden de Noordelijke Nederlanden onafhankelijk.
onafhankelijk
Dat een land niet meer bestuurd wordt door een ander land. Het land kan zelf beslissen over het eigen land. 
80-jarige oorlog
In de zestiende eeuw hoorde Nederland bij Spanje. Toen Nederland niet meer bestuurd wilde worden door Spanje, kwam er een opstand tegen die koning (Filips II). In 1581 werd Nederland onafhankelijk. Toch duurde het tot 1648 tot Spanje Nederland erkende als zelfstandig land. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Van Spanje
De Republiek

Slide 11 - Slide

De 80-jarige oorlog
Het zuiden van Nederland lag in Spaans gebied. Antwerpen was in die tijd een belangrijke havenstad. De rivier de Schelde liep vanuit de Republiek naar deze stad. Door deze rivier (de Schelde) af te sluiten moesten schepen nu wel naar Amsterdam varen.  
handelsstad
Een stad waar mensen voornamelijk leven van de handel.

Slide 12 - Slide

Welke rivier werd door de Republiek afgesloten?
A
De Amstel
B
De Schelde
C
De IJssel
D
De AA

Slide 13 - Quiz

Van Spanje
De Republiek

Slide 14 - Slide

Gevolgen afsluiting van de Schelde
  1. Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.
  2. Veel handelaren uit Antwerpen verhuisden naar Amsterdam. 
  3. Deze handelaren waren protestantse mensen (In de Republiek mocht je wel je geloof uitoefenen).
  4. Deze handelaren brachten veel geld en kennis met zich mee. 
Amsterdam werd hierdoor een echte wereldstad
protestant
Een stroming in het Christendom.
wereldstad
Een stad met veel inwoners en is een belangrijk centrum van de economie, cultuur en politiek in de wereld. 

Slide 15 - Slide

Wat zijn 2 gevolgen van de afluiting van de Schelde?
A
Veel handelaren verhuisden naar Amsterdam.
B
Veel handelaren verhuisden naar Antwerpen.
C
Antwerpen werd de grootste stapelmarkt van Europa.
D
Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.

Slide 16 - Quiz

De grachtengordel
Door al die nieuwe mensen (migranten) werd het druk in Amsterdam. Daarom werd de stad Amsterdam uitgebreid met drie brede grachten, de grachtengordel. Deze werden de Keizersgracht, de Prinsengracht en de Herengracht.
gracht
Dat is een aangelegde waterweg dat om of door een stad kan gaan. 
Grachtengordel
De grachten die in de zeventiende eeuw rondom het centrum van Amsterdam zijn gelegd.
migrant
Iemand die uit een ander gebied of land in Amsterdam komt wonen.

Slide 17 - Slide

6

Slide 18 - Video

00:42
Waarop is Amsterdam gebouwd?
A
Op hele droge grond.
B
Op hele natte grond.
C
Op palen.
D
Op ramen.

Slide 19 - Quiz

00:42
Wat is een ander woord voor 'drassig'?
A
Droog
B
Nat

Slide 20 - Quiz

01:18
Wie woonden er in de huizen aan de grachten?
A
De rijke kooplieden en handelaren
B
De ambachtslieden
C
De arme mensen
D
De bedelaars

Slide 21 - Quiz

01:18
Wat voor soort huizen stonden er aan de grachten?
A
Pakhuizen
B
Winkels
C
Polders
D
Woonhuizen (woningen)

Slide 22 - Quiz

01:56
In welke gracht vind je de 'gouden bocht'?
A
De keizersgracht
B
De herengracht
C
De prinsengracht

Slide 23 - Quiz

01:56
Wie woonden er in deze 'gouden bocht'?
A
De allerrijkste mensen
B
De rijken
C
De handelaren
D
De armen

Slide 24 - Quiz

Een grote verandering
In de Gouden Eeuw (1600-1700) groeide de bevolking in het westen snel. Omdat de helft van Noord-Holland in die tijd uit meren en moeras bestond, was er weinig landbouwgrond. Dus was er te weinig voedsel.
Gouden Eeuw
Naam voor de zeventiende eeuw (1600-1700), toen het economisch heel goed ging met Nederland.

Slide 25 - Slide

Een grote verandering
Jan Adriaanszoon Leeghwater bedacht hoe hij 
meren kon droogleggen. Dit noemen we een droogmakerij =
Polder: Land dat vroeger een meer was, waaruit het water is weggepompt.
droogleggen
Het droogleggen van meren betekent dat je het water uit het meer haalt. Het meer wordt dus droog.
Droogmakerij
Polder: een land dat vroeger een meer of ondiep deel van de zee was en dat is drooggelegd.
Jan Adriaanszoon Leeghwater
Hij was de zoon van een timmerman. Hij bedacht een ander soort molen, die veel beter was. Ook bedacht hij hoe je meren kon droogleggen, waardoor er meer grond kwam voor landbouw en woningen.

Slide 26 - Slide

Waarom was een droogmakerij een 'grote verandering'?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Wat was het voordeel van een droogmakerij?
A
Er kwam minder grond beschikbaar.
B
Er kwam meer landbouwgrond.
C
Er kwamen meer meren.
D
Er kwam een nieuwe handelsstad.

Slide 30 - Quiz

Leerdoelen
Heb je de leerdoelen begrepen?

Slide 31 - Slide

Wat is een droogmakerij?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 32 - Quiz

Wat is de Gouden Eeuw?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 33 - Quiz

Wat is de stapelmarkt?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 34 - Quiz

Wat is de grachtengordel?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 35 - Quiz

Zelfstandig werken
Werkboek: 1.2. Amsterdam in de Gouden Eeuw

Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 36 - Slide

In de Gouden Eeuw groeide Amsterdam met inwoners.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Wat is een droogmakerij?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 38 - Quiz

Zijn Amsterdam en Antwerpen stapelmarkten?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Waarom was er weinig landbouw in de Republiek?
A
De grond was te nat
B
Ze wisten niet hoe
C
De grond was te droog
D
Door het zoute water

Slide 40 - Quiz

Tijdens de oorlog tegen ..................
sloot de Republiek de rivier de ............................... af.
Geen ............... kon hierdoor Antwerpen meer bereiken.

Rijn
Spanje
Schelde
schip

Slide 41 - Drag question

Waarmee werd Nederland rijk in de Gouden Eeuw?
A
Veeteelt
B
Landbouw
C
Handel
D
Voetbalkaartjes

Slide 42 - Quiz