3.2 De microscoop

Welkom allemaal
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog?

Slide 2 - Slide

Cellen als basis van organen
Organen zijn opgebouwd uit cellen, die alleen met een microscoop zichtbaar zijn en verschillende vormen kunnen hebben afhankelijk van hun functie.

Slide 3 - Slide

Weefsels en hun rol in organen
Weefsels bestaan uit groepen cellen met dezelfde vorm en functie, samen vormend een onderdeel van een orgaan.

Slide 4 - Slide

Organen en hun functies in het menselijk lichaam
Verschillende organen voeren specifieke taken uit in het lichaam, zoals het hart dat bloed pompt.

Slide 5 - Slide

Orgaanstelsels bestaan uit groepen organen die samenwerken aan een gemeenschappelijke taak, zoals het ademhalingsstelsel.
Organenstelsels en hun taken

Slide 6 - Slide

De microscoop

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke onderdelen zitten er op een microscoop?

Slide 9 - Open question

Wat is de functie van een microscoop?
Door het gebruik van een microscoop kun je hele kleine objecten die met het blote oog niet goed te zien zijn, bestuderen. De microscoop vergroot een object veel meer dan een loep.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vergroting berekenen
Oculair X Objectief

Voorbeeld: Oculair = 10x, Objectief = 40x
Hoeveel is de vergroting?

Slide 13 - Slide

Maken van de opdrachten
Th. 3.2 de microscoop

Opdrachten 6 tm 8 (blz 63-64)




timer
8:00

Slide 14 - Slide

Een oculair dat 5x vergroot in combinatie met een objectief dat 15x vergroot geeft een totale vergroting van?
A
55
B
20
C
15
D
75

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van de vacuole?
A
Geeft stevigheid aan de plantencel
B
Maakt de voedingsstoffen voor de plant
C
Nieuw weefsel maken
D
Vervoeren van opgeloste stoffen

Slide 16 - Quiz


Wat is de plantencel?
timer
0:20
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Wat is een celwand?
A
Dat is een stevig laagje om een dierlijke cel
B
Dat is een stevig laagje om een plantaardige cel
C
Dat is een stevig laagje om de menselijke cel
D
Dat is een stevig laagje om de plant./dierl. cel

Slide 18 - Quiz

Wat is de vacuole?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 19 - Quiz