H1 nask v,t-diagram

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

v,t-diagrammen

snelheid en tijd in een diagram

Doel

je gaat leren hoe je een v,t-diagram kunt aflezen 

en zelf kunt maken

Wat betekent een horizontale lijn in een s,t-diagram?

1. de persoon staat stil
2. de persoon beweegt met constante snelheid
3. de persoon maakt een eenparige beweging
4. afstand en tijd zijn rechtevenredig

Hoe snel gaat de persoon
gemiddeld in de eerste
twee seconden?

1. staat stil
2. 0,5 m/s
3. 1 m/s
4. 2 m/s

Hoe snel gaat de persoon
gemiddeld in de eerste
vier seconden?

1. staat stil
2. 0,5 m/s
3. 1 m/s
4. 2 m/s

Hoe snel gaat de persoon
gemiddeld in de van
twee tot vier seconden?

1. staat stil
2. 0,5 m/s
3. 1 m/s
4. 2 m/s

Hoe bewoog de persoon
op tijdstip 3 seconden?

1. staat stil
2. loopt achteruit
3. loopt terug naar start
4. loopt verder weg

In een v,t-diagram

staat de snelheid uitgezet tegen de tijd

Wat is het verschil tussen een s,t-diagram en een v,t-diagram?

1. Bij s,t staat de snelheid uitgezet tegen de tijd
2. Bij s,t staat de afstand uitgezet tegen de tijd
3. Bij v,t staat de afstand uitgezet tegen de tijd
4. Bij v,t staat de vorm uitgezet tegen de tijd

Stel je bent aan het hardlopen

Eerst ga je 1 minuut 12 km/h

dan 1 minuut 8 km/h

Hoe ziet dat eruit in een v,t-diagram?

Stel je bent aan het hardlopen

eerst ga je 1 minuut 10 km/h

dan 2 minuten 8 km/h

dan 1 minuut 12 km/h

dan sta je 1 minuut stil om bij te komen

dan loop je in 5 minuten naar huis met 4 km/h

Teken hiervan een v,t-diagram, maak een foto en stuur deze op bij de volgende vraag.

Lever hier je antwoord op de vorige vraag in via een foto van je diagram

Bij een s,t-diagram betekent een horizontale lijn dat de persoon STILSTAAT.
Bij een v,t-diagram betekent een horizontale lijn dat de persoon met CONSTANTE SNELHEID beweegt.

1. juist
2. onjuist

In een v,t-diagram

betekent een stijgende lijn dat de persoon steeds sneller gaat

Hoe snel (m/s) ging
de persoon op tijdstip
2 seconden?

1. 10
2. 15
3. 20
4. 25

Hoe snel ging
de persoon op tijdstip
2 seconden?

1. 10 m/s
2. Hij liep achteruit
3. 10 km/h
4. Hij stond stil

Wat heb je in deze les geleerd?