1.3 Europa en de wereld

Programma
  • Bestuur Republiek video
  • 1.3 Europa en de Wereld
  • Uitleg (voc&wic) en video's
  • Opdracht Jan Pieterszoon Coen: Held of Schurk?
  • Bespreken
  • Opdrachten
  • Leerdoelen controleren



1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma
  • Bestuur Republiek video
  • 1.3 Europa en de Wereld
  • Uitleg (voc&wic) en video's
  • Opdracht Jan Pieterszoon Coen: Held of Schurk?
  • Bespreken
  • Opdrachten
  • Leerdoelen controleren



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leg in je eigen woorden uit: Op welke manier wordt de Republiek geregeerd?

Slide 3 - Open question

Lesdoelen
Je kan:
  • Uitleggen hoe de VOC en WIC onstonden
  • Beschrijven wat de VOC en WIC deden.
  • Je kan een beargumenteerd antwoord op de vraag "wat moeten we doen met de helden van toen? (Opdracht Jan Pieterszoon Coen)

Slide 4 - Slide

Hoe specerijen eerst in Europa kwamen

Slide 5 - Slide

Hoe specerijen in de Gouden Eeuw in Europa kwamen

Slide 6 - Slide

Oprichting VOC
1602: Einde alle lossen compagnieën
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt opgericht
VOC krijgt een monopolie

Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt
Extra
De VOC wilde geld verdienen, maar deed ook aan nijverheid. Zo lieten ze bijvoorbeeld schepen en zeilen maken. Dit noemen we handelskapitalisme

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

"We moeten straatnamen die met het koloniale verleden te maken hebben verwijderen"
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quiz

Jan Pieterszoon Coen
Ongeveer 400 jaar geleden werkte hij bij de beroemde VOC. Dat was een soort groot bedrijf dat met schepen naar Azië ging om te handelen in kruiden en specerijen. Coen verovert veel gebied. Daardoor wordt Nederland in die tijd erg machtig en erg rijk. 
Het veroverde gebied wordt in die tijd Nederlands-Indië genoemd. 

Maar de verovering gaat niet zonder geweld. Dorpen worden platgebrand en de oorspronkelijke bewoners van Nederlands-Indië worden vermoord of moeten als slaaf werken voor Nederland.

Slide 11 - Slide


1. Is in jouw ogen Jan Pieterszoon Coen een held of een schurk?

Slide 12 - Open question

Maar ook in het westen
Ook in het westen ging Nederland handelen
Dit gebeurde door de West-Indische Compagnie (WIC)
De WIC handelde vooral in slaven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Opdracht: Is Jan Pieterszoon Coen een held of een schurk?
Werk in tweetallen je mag rustig overleggen met degene die naast je zit. Lees de opdracht goed door. Lees de teksten!
Vragen? Overleg eerst met degene naast je Klaar? vul een antwoord in op het blad of de ipad.
Verder werken met de opdrachten Maken van 1.3: 1 t/m 8. 

Slide 15 - Slide

Vind je Jan Pieterszoon Coen een held of een schurk en waarom?

Slide 16 - Open question

Video
Wat was de WIC?

Slide 17 - Slide

6

Slide 18 - Video

00:16
Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 19 - Quiz

00:41
Waarmee kopen de Nederlanders slaven? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Textiel
B
Kruiden
C
Drank
D
Wapens

Slide 20 - Quiz

01:02
Waarom zouden slaven een brandmerk krijgen van de WIC?

Slide 21 - Open question

01:19
Waarom zou een slavenhandelaar het erg vinden dat één van de slaven sterft?
A
Dat vindt hij helemaal niet erg
B
Dan kan hij deze niet meer verkopen
C
Hij leeft erg mee met de slaven
D
Dan moet het weer opgeruimd worden

Slide 22 - Quiz

02:11
Voor hoeveel procent van de totale slavenhandel is Nederland verantwoordelijk?
A
5%
B
25%
C
55%
D
80%

Slide 23 - Quiz

02:17
Moeten we boos zijn op de Nederlandse slavenhandelaren?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Opdrachten
Maken van 1.3: 1 t/m 8. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Wat is standplaatsgebondenheid?
Standplaatsgebondenheid: Iedereen kijkt door eigen ogen naar het verleden ( heeft zijn eigen waarheid). Dit hangt af van o.a. : ras, geslacht, woonplaats, tijd waarin je leeft, maatschappelijke positie.

Slide 27 - Slide