les 3 2KGT K4 Tiere - uitleg feesttenten regel 2b

grammatica IDEWIS EN FEESTTENTEN hulp
Je kunt met behulp van de ezelsbruggetje oefeningen over persoonsvormen maken.
Je leert in het Duits een voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maken.






eerst herhalingsoefeningen
korte klassikaal uitzonderingen bespreken (kopie) + uitleg voltooid deelwoord 



Duits 2KGT K4 Tiere les 3 Grammatica voltooid deelwoord
29-02-2024

Ken jij de 2 woorden voor het ezelsbruggetje?

zie SOM

zie sheet 6 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

grammatica IDEWIS EN FEESTTENTEN hulp
Je kunt met behulp van de ezelsbruggetje oefeningen over persoonsvormen maken.
Je leert in het Duits een voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maken.






eerst herhalingsoefeningen
korte klassikaal uitzonderingen bespreken (kopie) + uitleg voltooid deelwoord 



Duits 2KGT K4 Tiere les 3 Grammatica voltooid deelwoord
29-02-2024

Ken jij de 2 woorden voor het ezelsbruggetje?

zie SOM

zie sheet 6 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

les 3 herhaling - "feesttenten" regel + uitleg voltooid deelwoord  

2HV K4 Tiere 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

opkikkertje                              stil: 
Noteer op een kladblaadje 
FE
Neem je lesboek E grammatica blz. 117
Maak Ü 22, 24
Maak op de kopie opdracht 1, 2, 3

(ben je even vergeten, wat de regel was? - blz. 115)
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitleg kleine uitzonderingen pv
  • werkwoorden, welke in de stam eindigen op - of -
    melden , arbeiten (kijk naar het whiteboard)
  • werkwoorden, welke in de stam eindigen op -s, -ß, -ss of -z
    reisen, beißen, tanzen
  • werkwoorden met een voorzetsel
    anfangen, vorstellen

Slide 4 - Slide

Slay

Uitleg voltooid deelwoord
Kijk naar de voorbeelden:
spielen - gespielt
laufen - gelaufen
wohnen - gewohnt
machen - gemacht
hören - gehört
Wat is de regel?

Slide 5 - Slide

Slay

Wat is het voltooid deelwoord van fressen (vreten)
A
gefresst
B
gefressen
C
fresst
D
fressend

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van wünschen (wensen)
A
wünschte
B
gewünschen
C
gewünscht
D
gewünschd

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

AAN DE SLAG 
lb blz. 117 t/m 119 E grammatica
Maak Ü 25, 26, 27 (Hugo, Kai, Naoufal + 29)

Laat dit zien
Is nog genoeg tijd? chroomboek: Open SOM en de lessonUp, die voor deze les onder lesstof staat en ga naar de website
https://www.mevrouwduits.nl/2021/06/18/regelmatige-werkwoorden-tegenwoordige-tijd-oefenen/



timer
15:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zwakke werkwoorden
1. Het voltooid deelwoord (das Partizip) wordt gevormd door:
ge + stam + t  voorbeeld: spielen - gespielt
2. Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren en werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door: 
stam + t   voorbeeld: 
funtionieren - funktioniert
versicheren - versichert

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Ken jij de 2 woorden voor het ezelsbruggetje?
Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Duits?

Huiswerk:
Maak (E )blz. 117 t/m 119 Ü 25, 26, 27

Slide 10 - Slide

Slay

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

IDEWIS + Feesttenten - Regel
Ook in het Duits maak je de persoonsvorm door 
STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)
Je gebruikt het ezelsbruggetje bij het oefenen.

(uitzondering: haben, sein + andere hulpwerkwoorden)

Slide 12 - Slide

Slay

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe gebruik je feesttenten?

Bij een werkwoord bijvoorbeeld spielen,
  • Zoek de stam op, dit doe je door -en van het werkwoord af te halen. Bij spielen is de stam spiel
  • Bij verschillende personen (ich, du, er, wir, ihr, Sie) gebruik je verschillende uitgangen, maar bij een soort persoon altijd dezelfde uitgang.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van
spielen?
A
spielt
B
gespield
C
gespielt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions