les 2 2HV K4 Tiere - uitleg feesttenten regel

korte ontdekkingsreis door het regelmaat van de persoonsvormen
Je kent de IDEWIS/"feESTTENTEN" ezelsbruggetje voor de persoonsvormen TT in het Duits.





HERHALING - eerste uitleg
uitleg persoonsvormen + film
korte mondelinge herhaling
 


Duits 2e K4 Tiere les 2 FEEST-TENTEN-REGEL
28-02-2024

Welke uitgangen heb je nu al onthouden?

zie SOM

zie sheet 4 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

korte ontdekkingsreis door het regelmaat van de persoonsvormen
Je kent de IDEWIS/"feESTTENTEN" ezelsbruggetje voor de persoonsvormen TT in het Duits.





HERHALING - eerste uitleg
uitleg persoonsvormen + film
korte mondelinge herhaling
 


Duits 2e K4 Tiere les 2 FEEST-TENTEN-REGEL
28-02-2024

Welke uitgangen heb je nu al onthouden?

zie SOM

zie sheet 4 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

les 2 regelmatige werkwoorden - "feesttenten" regel  

2HV K4 Tiere 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

opkikkertje  
  • Weet je het nog? - Mondeling:
  • De juiste vorm van "sein", die hoort bij:
  • Ich  ....., du ....., wir......
  • De juiste vorm van "haben", die hoort bij:
  • du...., er... , Sie/sie......
  • Mondeling: Heb jij iets onthouden van de persoonsvormen bij regelmatige werkwoorden in het Duits?


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

IDEWIS + Feesttenten - Regel
Ook in het Duits maak je de persoonsvorm door 
STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)
Je gebruikt het ezelsbruggetje bij het oefenen.

(uitzondering: haben, sein + andere hulpwerkwoorden)

Slide 5 - Slide

Slay

AANDE SLAG 
Noteer het IDEWIS - feESTTENTEN ezelsbruggetje op een kladblaadje
Maak dan E Grammatica blz. 114/115 Ü 18, 19, 20, 21
V +22

NAKIJKEN& LATEN ZIEN!


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stamm machen von Verben in Deutsch
  • wohnen 
  • reisen
  • leben
  • kommen  (volgende/nächste goed of fout)
  • ich wohnst
  • wir leben
  • ihr reisen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Welke uitgangen heb je onthouden?
ich = stam + 
du = stam + 
Huiswerk:
Maak dan E Grammatica blz. 114/115 
Ü 18, 19, 20, 21, V +22

Slide 9 - Slide

Slay

Voltooid deelwoord
Zwakke en sterke werkwoorden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord (das Partizip) wordt gevormd door:
ge + stam + t
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: stam + t
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- 
wordt gevormd door: stam + t

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Sterke werwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt anders gevormd, net als in het Nederlands.

Bijvoorbeeld:
Zwemmen - gezwommen
Schimmen - geschwommen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van fressen
A
gefresst
B
gefressen
C
fresst
D
fressend

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van
spielen?
A
spielt
B
gespield
C
gespielt

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions