persoonsvorm verleden tijd (zwak)
Kun je het niet horen? / Vind je allebei de antwoorden goed klinken?
=> 'T e X K o F S CH i P
verhuizen => verhuiZ => niet in het kofschip => verhuisDe(n)
juichen => juiCH => wel in het kofschip => juichTe(n)
snoeien => snoei => niet in het kofschip => snoeiDe(n)
puffen => pufF => wel in het kofschip => pufTe(n)