Twee gevallen waar je geen delend lidwoord gebruikt:
1. na een getal
Ik neem drie croissants - Je prends trois croissants
2.na de werkwoorden 'adorer, détester, aimer et préférer'
Ik hou van bananen - J'aime les bananes
Ik heb een hekel aan spruitjes - Je déteste les choux de Bruxelles
Na deze werkwoorden komt er altijd een bepaald lidwoord: le, la, l', les
Bestudeer nu even GRAM I op blz 86 van je TB. Knap je het? Test jezelf!