This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Slide 1 - Slide
Voedingsmiddelen voedingsstoffen
Een voedingsmiddel is alles wat je eet/drinkt.
Een voedingsstof is een nuttige stof in een voedingsmiddel.
Er zijn 6 voedingsstoffen:
koolhydraten
eiwitten
vetten
vitamine
mineralen
water
Slide 2 - Slide
Waarin zitten de voedingsstoffen
Voedingsstoffen zitten in de voedingsmiddelen.
Maar niet ieder voedingsmiddel heeft alle voedingsstoffen.
De voedingsstoffen zijn vooral te vinden in specifieke voedingsmiddelen
De schijf van 5 helpt je daarbij!
Slide 3 - Slide
Waarin zitten de voedingsstoffen
Eiwitten: in vlees, vis, melkprodukten, noten, peulvruchten.
Vetten: olie, boter, vlees koekjes, chips
Koolhydraten: rijst, brood, aardappels, macaroni
Water: koffie, thee enz.
Vitaminen en mineralen: anders per soort.
Slide 4 - Slide
Uit welk voedsel halen we eiwitten?
De meeste dierlijke eiwitten halen we uit:
melk producten
eieren
vis
vlees/kip
plantaardige eiwitten uit:
noten
peulvruchten/soja
Eiwitten
Slide 5 - Slide
Koolhydraten
Koolhydraten (zetmeel, glucose, suiker) zit in:
brood, aardappelen, rijst, pasta, fruit etc
Slide 6 - Slide
Voedingsstoffen: Koolhydraten
Slide 7 - Slide
Vetten
VET=LEKKER!!!!!!
Komt in dierlijke en plantaardige voeding voor
Over het algemeen is plantaardige vet gezonder
Slide 8 - Slide
Voedsel met veel onverzadigde vetten.
Onverzadigde vetten zijn gezonder
Slide 9 - Slide
Voedsel met veel verzadigde vetten.
Aderverkalking
Verzadigde vetten zijn ongezonder
Slide 10 - Slide
vezelrijke voeding
Vezels zijn belangrijk voor gezond eten.
Vezels zorgen voor een goede darmperistaltiek.
Vezels zorgen ervoor dat je makkelijker kan poepen
- brood en ontbijtgranen
- volkoren koolhydraten
- groente
- fruit
- peulvruchten
- noten en zaden
Vezels zijn geen voedingsstof! Vezels kunnen niet verteerd worden!
Slide 11 - Slide
Waar hoort het bij?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
Slide 12 - Quiz
Hoe kom je aan vezels in je voeding?
A
zitten in plantaardige voedingsmiddelen
B
zitten in dierlijke voedingsmiddelen
Slide 13 - Quiz
Sleep het voedingsmiddel naar de juiste voedingsstof
Eiwit
Koolhydraat
Vetten
Water
eiwit
koolhydraat
Vet
water
Slide 14 - Drag question
Wanneer moet je meer vezels eten?
A
Wanneer je diarree hebt
B
Wanneer je harde kleine keutels poept
Slide 15 - Quiz
Horen vezels bij de voedingsstoffen?
A
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
B
Ja, vezels zuiveren je bloed
C
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
D
Nee, vezels worden niet opgenomen in je bloed
Slide 16 - Quiz
Vezels zijn goed voor de spijsvertering.
Welk voedingsmiddel bevat de meeste vezels?
A
een glas melk
B
een pakje boter
C
een sinaasappel
D
een gebakken kippenpoot
Slide 17 - Quiz
Waar hoort het bij?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
Slide 18 - Quiz
Waar zitten weinig vezels in?
A
Bananen schil
B
amandelen
C
witte rijst
D
zilvervlies rijst
Slide 19 - Quiz
Wat is gezonder:
Gebakken aardappelen of gekookte aardappelen
A
gebakken aardappelen
B
gekookte aardappelen
C
Patat is gezonder
D
Aardappelen zijn ongezond
Slide 20 - Quiz
Waar hoort het bij?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
Slide 21 - Quiz
Wanneer word je dikker van suiker?
A
Als je er teveel van binnenkrijgt. Het wordt dan als reservestof opgeslagen
B
Als je de suiker als brandstof gebruikt
C
Als je de suiker als bouwstof gebruikt
D
Je wordt altijd dikker van suiker als je dat eet
Slide 22 - Quiz
Functie van voedingsstoffen
Voedingsstoffen kunnen 4 functies hebben:
Bouwstof: nodig om te groeien/nieuwe cellen te maken.
Brandstof: voor energie
reservestof: energie opslaan
beschermende stof: om ziekten te voorkomen.
Slide 23 - Slide
functie bij voedingsstof
Bouwstof: eiwit, water, mineralen zoals kalk en ijzer
Brandstof: vet koolhydraat (en eiwit als je het teveel binnen krijgt)
reservestof: vet en koolhydraat
beschermende stof: vitamine en mineralen
Slide 24 - Slide
Niet verteren!
Sommige voedingsstoffen hoeven niet verteerd te worden.
Zij zijn al zo klein, dat ze door de darmwand kunnen, naar het bloed.
Glucose
vitamines
water
mineralen
Deze stoffen hoeven niet verteerd te worden
Slide 25 - Slide
Wel
Niet
Moet WEL verteerd worden
Hoeft NIET verteerd te worden
Eiwit
Water
Zetmeel
Vetten
Glucose
Mineralen
Vitamine
Slide 26 - Drag question
Koolhydraten kunnen functioneren als brandstof (energierijke stof), bouwstof of reservestof. Wat is een voorbeeld van een koolhydraat die dient als reservestof?
A
glucose
B
glycogeen
C
glucagon
D
suiker
Slide 27 - Quiz
Een voorbeeld van een brandstof is...
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Water
D
Vitaminen
Slide 28 - Quiz
- vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof die onder de huid wordt opgeslagen:............................
- bouwstof en vervoer van stoffen:............................
- bouwstof en beschermende stof, bijvoorbeeld om goed te kunnen zien: ............................
- vooral bouwstof, ook brandstof en reservestof:............................
- bouwstof en beschermende stof, bijvoorbeeld kalkzouten voor de opbouw van botten:............................
- vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof, bijvoorbeeld suikers en zetmeel:............................
Sleep de voedingsstof naar de juiste beschrijving
vetten
water
vitaminen
eiwitten
mineralen
koolhydraten
Slide 29 - Drag question
Brandstof
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Vitamines
Mineralen
Slide 30 - Drag question
Een voorbeeld van een beschermende stof is...
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Water
D
Vitaminen
Slide 31 - Quiz
Vetten zijn brandstof en reservestof
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quiz
Wat doet een beschermende stof?
A
energie leveren
B
worden opgeslagen in lichaam omdat je ze niet direct nodig hebt
C
nodig voor nieuwe cellen, voor groei, herstel en ontwikkeling
D
zorgen dat je gezond blijft
Slide 33 - Quiz
Voedingsstoffen
Functie
Voedingsmiddel
Eiwitten
Bouw- + Brandstof
Bouw- + brand + reservestof
Brood
Vetten
Zalm
Mineralen
Keukenzout
Bouw- + beschermende stof
Sinaasappel
Water
Bouwstof
Koolhydraten
Vitaminen
Bouw- + brand + reservestof
Bouw- + Beschermende stof
Meloen
Kaas
Slide 34 - Drag question
Wat doet een bouwstof?
A
Energie leveren
B
Worden opgeslagen in lichaam omdat je ze niet direct nodig hebt
C
Nodig voor nieuwe cellen, voor groei, herstel en ontwikkeling
D
Zorgen dat je gezond blijft
Slide 35 - Quiz
Welke voedingsstoffen zijn geen bouwstof?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Vitamines
D
Koolhydraten
Slide 36 - Quiz
Wat is een brandstof?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Water
D
Mineralen
Slide 37 - Quiz
Wat doet een brandstof?
A
energie leveren
B
worden opgeslagen in lichaam omdat je ze niet direct nodig hebt
C
nodig voor nieuwe cellen, voor groei, herstel en ontwikkeling