3.2 metalen en zouten les 1

3.2 metalen en zouten les 1
1. Je kunt stoffen indelen in metalen, moleculaire stoffen en zouten aan de hand van hun atomaire samenstelling
2. Je kunt metalen op micro- en macroniveau beschrijven
3. Je kunt zouten op micro- en macroniveau beschrijven
4. Je kunt uitleggen wat corrosie is, waarbij je onderscheid maakt tussen edele en onedele metalen
5. Je kunt op microniveau verklaren waarom legeringen andere eigenschappen hebben dan zuivere metalen
6. Je kunt met behulp van de plaats in het periodiek systeem voorspellen welke lading het ion zal hebben
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 metalen en zouten les 1
1. Je kunt stoffen indelen in metalen, moleculaire stoffen en zouten aan de hand van hun atomaire samenstelling
2. Je kunt metalen op micro- en macroniveau beschrijven
3. Je kunt zouten op micro- en macroniveau beschrijven
4. Je kunt uitleggen wat corrosie is, waarbij je onderscheid maakt tussen edele en onedele metalen
5. Je kunt op microniveau verklaren waarom legeringen andere eigenschappen hebben dan zuivere metalen
6. Je kunt met behulp van de plaats in het periodiek systeem voorspellen welke lading het ion zal hebben

Slide 1 - Slide

Deze les
opstart ( 5 min)
terugblik 3.1 (5 min)
nieuwe stof ( 20 min)
keuzewerktijd (10 min)
afsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

Terugblik 3.1
Wat weet je nog van de (leer)doelen van 3.1? Beheers je ze? Wat is er nog nodig?

Slide 3 - Slide

Je kunt de bouw van een atoom beschrijven
A
Ik heb geen idee waar dit over gaat
B
Ik weet waar het over gaat maar ik kan het nog niet beschrijven
C
Ik weet waar dit over gaat en kan het in grote lijnen ook omschrijven
D
Ik kan dit tot in detail.

Slide 4 - Quiz

wat heb je te doen
Schrijf in je schrift wat je nog moet doen om dit doel te behalen of te behouden (bedenk hierbij ook goed waar je aandacht voor moest hebben tijdens het toets nabespreken, dat kun je hierin oefenen)

Slide 5 - Slide

Je kunt de begrippen atoomnummer, massagetal en isotoop gebruiken
A
Ik heb geen idee waar dit over gaat
B
Ik weet waar het over gaat maar ik kan het nog niet beschrijven
C
Ik weet waar dit over gaat en kan het in grote lijnen ook omschrijven
D
Ik kan dit tot in detail.

Slide 6 - Quiz

wat heb je te doen
Schrijf in je schrift wat je nog moet doen om dit doel te behalen of te behouden (bedenk hierbij ook goed waar je aandacht voor moest hebben tijdens het toets nabespreken, dat kun je hierin oefenen)

Slide 7 - Slide

Je kunt de opbouw van het periodiek systeem beschrijven
A
Ik heb geen idee waar dit over gaat
B
Ik weet waar het over gaat maar ik kan het nog niet beschrijven
C
Ik weet waar dit over gaat en kan het in grote lijnen ook omschrijven
D
Ik kan dit tot in detail.

Slide 8 - Quiz

wat heb je te doen
Schrijf in je schrift wat je nog moet doen om dit doel te behalen of te behouden (bedenk hierbij ook goed waar je aandacht voor moest hebben tijdens het toets nabespreken, dat kun je hierin oefenen)

Slide 9 - Slide

Je weet tot welke groep de halogenen en de edelgassen behoren
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

wat heb je te doen
Schrijf in je schrift wat je nog moet doen om dit doel te behalen of te behouden (bedenk hierbij ook goed waar je aandacht voor moest hebben tijdens het toets nabespreken, dat kun je hierin oefenen)

Slide 11 - Slide

Je weet dat atoomsoorten zijn in te delen in metalen en niet-metalen en kunt in het periodiek systeem die verdeling globaal aangeven
A
Ik heb geen idee waar dit over gaat
B
Ik weet waar het over gaat maar ik kan het nog niet beschrijven
C
Ik weet waar dit over gaat en kan het in grote lijnen ook omschrijven
D
Ik kan dit tot in detail.

Slide 12 - Quiz

wat heb je te doen
Schrijf in je schrift wat je nog moet doen om dit doel te behalen of te behouden (bedenk hierbij ook goed waar je aandacht voor moest hebben tijdens het toets nabespreken, dat kun je hierin oefenen)

Slide 13 - Slide

Bij het achterhalen van de leeftijd van gevonden fossielen wordt gebruikgemaakt van koolstofdatering. Daarvoor wordt onderzocht wat de verhouding tussen de isotopen C-12 en C-14 is.
Wat is het verschil in atoombouw tussen de isotopen C-12 en C-14?
A
In C-12 zijn twee neutronen en twee elekronen minder dan in C-14
B
In C-12 zijn twee neutronen minder dan in C-14
C
In C-12 zijn twee neutronen en twee elktronen meer dan in C-14
D
In C-12 zijn twee neutronen meer dan in C-14

Slide 14 - Quiz

Indeling van stoffen
Het deeltjesmodel tot nu toe hebben we toegepast op moleculaire stoffen. Maar niet alle stoffen bestaan uit moleculen. Naast moleculaire stoffen bestaan metalen en zouten.
Moleculaire stoffen: zijn opgebouwd uit niet-metaal atomen
Metalen: opgebouwd uit metaalatomen
zouten: verbindingen van metaalatomen en niet-metaalatomen

Slide 15 - Slide

Neem dit schema over en leer uit je hoofd

Slide 16 - Slide

Eigenschappen van metalen
- geleiden goed warmte en elektrische stroom
- glanzend oppervlakte als ze gepolijst zijn
- vaak een hoog smelt- en kookpunt
- ze zijn buigzaam en bij hoge temperatuur goed vervormbaar

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

keuzewerktijd tot 08.55
Lees blz. 132 t/m 134 uit je boek en/of
maak een samenvatting en/of
maak een mindmap en/of
oefen de begrippen met de flitskaarten en/of
ga bezig met het bereiken van de doelen van 3.1 n.a.v. de terugblik
Loop je vast: vraag mij, overleg met een klasgenoot of raadpleeg chatgpt
ben je klaar? Lees vast de rest van 3.1 en ga de opdrachten maken 

Slide 19 - Slide

afsluiting
Volgende les = zelfstandig werken. Er staat een lessonup klaar! Maandag moet 3.2 af zijn en de opdrachten nagekeken!
Volgende week starten we met 3.3 over moleculaire stoffen. De week erop sluiten we af met een PO

Slide 20 - Slide

In welke 3 groepen kun je stoffen indelen?
A
Halogenen, Metalen, Zouten
B
Metalen, Niet-metalen, Zouten
C
Niet-metalen, Zouten, Moleculaire stoffen
D
Metalen, Zouten, Moleculaire stoffen

Slide 21 - Quiz

Zou je het nu zelf kunnen?
Ik kan stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.


A
B
C

Slide 22 - Quiz

Zou je het nu zelf kunnen?

Ik kan verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

A
B
C

Slide 23 - Quiz