Lezen tekstdoelen en 3 leesmanieren

Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen

Slide 1 - Slide

Maar eerst...
--> Zet je camera aan, dan doe je namelijk actiever mee met de les en leer je meer.
--> Werk met een gedeeld scherm: split screen. Op die manier kun je meedoen met de Lessonup.
--> Voeg de code van de Lessonup in.

Aanwezigheid = camera aan en meedoen aan Lessonup!!

Slide 2 - Slide

Wat ga je deze periode doen?

De volgende toets NL gaat over leesvaardigheid. 60% van het examen NL bestaat uit Leesvaardigheid en daarnaast moet je bij andere vakken ook heel goed lezen. Waarom is lezen eigenlijk zo belangrijk?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat ga je vandaag leren?
--> Aan het eind van de les herken je 6 tekstdoelen.
--> Aan het eind van de les ken je 3 verschillende leesmanieren.

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen
Je begrijpt een tekst beter als je beseft met wat voor soort tekst je te maken hebt en wat het doel van de schrijver is. 
Er zijn  6 tekstdoelen:

Slide 6 - Slide

Informeren
De schrijver wil informatie geven, je iets nieuws laten weten.


Slide 7 - Slide

Uitleggen
De schrijver wil je iets uitleggen of je een instructie geven.


Slide 8 - Slide

Mening geven
De schrijver wil zijn mening laten zien of de mening van anderen. 


Slide 9 - Slide

Overtuigen 
De schrijver wil jou overtuigen van zijn mening. Hij kan je ook willen waarschuwen of adviseren.


Slide 10 - Slide

Amuseren
De schrijver wil jou amuseren. Hij wil graag bepaalde gevoelens bij jou oproepen.


Slide 11 - Slide

Activeren
De schrijver wil dat je iets gaat doen!


Slide 12 - Slide

6 tekstdoelen
Je hebt net 6 tekstdoelen gelezen. Zoek nu bij elk tekstdoel een voorbeeld (plaatje) van internet. 

Bijvoorbeeld:
Informeren --> 

Zet de 6 tekstdoelen in een word-document en zet het juiste plaatje erachter = huiswerk.

Slide 13 - Slide

Leesmanieren
Niet elke tekst moet je op dezelfde manier lezen. Dat hangt af van wat jouw doel is met de tekst. Zo lees je een hoofdstuk van Economie heel anders dan de gebruiksaanwijzing van jouw mobiele telefoon. 

Er zijn 3 manieren om een tekst te lezen:

Slide 14 - Slide

Verkennend lezen
Je onderzoekt of je de tekst wilt gaan lezen.

  • bekijk de titel en de bron
  • bekijk de afbeeldingen
  • lees de tussenkopjes
  • lees eventueel de inleiding

Slide 15 - Slide

Grondig lezen
Je leest de hele tekst, want je wilt de tekst begrijpen.

  • denk aan wat je al weet 
  • stel vragen aan jezelf
  • probeer voor je te zien wat je leest

Slide 16 - Slide

Zoekend lezen
Je zoekt gericht naar informatie die je nodig hebt. Je leest niet de hele tekst

- Kijk naar de andere gedrukte woorden. 
- Let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 17 - Slide

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien

Slide 18 - Quiz

Welke andere manieren van lezen ken je?

Slide 19 - Open question

Huiswerk
Maak het stencil met de 6 tekstdoelen af. Schrijf het tekstdoel op en vind er een voorbeeld/plaatje bij.

Slide 20 - Slide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 21 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 22 - Open question