This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
herhalen
ogen, spieren en hormonen
Slide 1 - Slide
Lens - scherpstellen
Veraf: platte lens
Dichtbij: bolle lens
Slide 2 - Slide
Pupilreflex
De iris regelt de
hoeveelheid licht die
het oog binnen valt
door de grootte van de
pupil aan te passen.
Weinig licht -> Radiale
spieren trekken samen
-> grote opening
Veel licht -> circulaire spieren trekken samen -> kleine opening.
Slide 3 - Slide
Lens - verziend/ bijziend
Je hebt een bolle lens/ + brillenglas nodig.
Verziend: beeld scherp áchter je netvlies.
Je kunt dichtbij niet scherp zien, je lens is niet bol genoeg/ je oog
is te lang.
Slide 4 - Slide
Lens - verziend/ bijziend
Je hebt een holle lens/ - brillenglas nodig.
Bijziend: beeld scherp vóór je netvlies.
Je kunt veraf niet scherp zien, je lens is niet plat genoeg/ je oog is te kort.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat zijn hormonen
Signaalmoleculen, die worden aangemaakt door endocriene klieren en getransporteerd via het bloed, om elders in het lichaam, bij een doelwitorgaan een effect hebben
Slide 11 - Slide
Centrale aansturing van hormonen
Slide 12 - Slide
Negatieve terugkoppeling
De meeste hormonen werken met een negatieve terugkoppeling.
Ze remmen hun eigen aanmaak waardoor een effect niet steeds sterker wordt.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld
Hypothalamus geeft neurohormonen af, waarop de hypofyse TSH produceert, een schildklier stimulerend hormoon.
De schildklier maakt thyroxine aan, dit hormoon verhoogt de stofwisselingssnelheid in doelwitorganen.
Een hoge concentratie thyroxine remt de afgifte van neurohormonen in de hypothalamus en TSH in de hypofyse --> de afgifte van thyroxine neemt af.
Bij een lage concentratie thyroxine stopt deze remming.
Slide 14 - Slide
Positieve terugkoppeling
Hormoon oxytocine (ocytocine) heeft een positieve terugkoppeling.