MMA3 - 5.1 Prikkels en signalen + 5.2 Sociaal gedrag KLAS JOS

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

0

Aan de slag 

Maak opdracht 3 t/m 11

Aan de slag

Maak opdracht 16 t/m 24 (wordt tevens huiswerk)

Overspronggedrag

Ongepast gedrag voor de situatie.

Wat is een sleutelprikkel?

1. een klein stukje van gedag dat ethologen onderzoeken.
2. een overdreven prikkel die door reclamemakers wordt gebruikt.
3. een prikkel die altijd hetzelfde gedrag oproept.
4. een signaal waarmee een dominant dier aangeeft dat hij de baas is.

Wat is een voorbeeld van een inwendige prikkel?

1. De koude wind buiten
2. De geur van lekker eten
3. Angst voor een toets
4. De radio speelt muziek af

Wat is een drempelwaarde?

1. De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
2. De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
3. De hoogste prikkel waarbij de hersenen reageren
4. De laagste prikkel waarbij de hersenen reageren

Wat zie je in het plaatje?

1. Zorgen/ zorggedrag
2. Dreigen/ dreiggedrag
3. Bedelen/ bedelgedrag
4. Sperren/ spergedrag

Jim steekt zijn duim op naar een vriend. Dit is een voorbeeld van non-verbaal gedrag.

1. Juist
2. Onjuist

Supranormale prikkel bij het onderzoek bij meeuwen

1. Rood potlood
2. Verandering van meeuw naar potlood

Een koekoek legt een ei in het nest van een rietzanger. Als het ei uitkomt duwt het koekoeksjong de andere eieren uit het nest. De rietzanger voert het koekoeksjong vaker dan een eigen jong.

Is hier is sprake van een supranormale prikkel?
Zo ja, welk dier is gevoelig voor de supranormale prikkel?

1. Ja, van het koekoeksjong.Ja, van de rietzanger
2. Ja, van een eigen jong van de rietzanger.
3. Ja, van de rietzanger
4. Nee, er is geen supranormale prikkel.

Twee soorten gedrag zijn: baltsgedrag en territoriumgedrag.
Tot welk soort gedrag behoort het kwaken van de kikkers zoals in de tekst beschreven wordt?

1. alleen tot baltsgedrag
2. alleen tot territoriumgedrag
3. zowel tot baltsgedrag als tot territoriumgedrag

Wat is dreiggedrag?

1. Laten zien wie de sterkste is zonder te vechten
2. Partner zoeken
3. Agressie richten op iets anders (bv een takje)
4. Overgeven, de ander is sterker

Welke kip op de 2e plek in de pikorde?

1. Cootje
2. Froukje
3. Dirkje
4. Eva

Aan de slag

Maak de opdrachten van 5.1 af en start daarna met 5.2