Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Als de moeder van een pasgeboren baby haar vinger in de hand van de baby legt grijpt de baby deze vinger vast. Waardoor wort dit gedrag grotendeels bepaald? Door erfelijke factoren of door leerprocessen?
A erfelijke factoren B leerprocessen Quizvraag Wat is gedrag?
timer
0:10
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Wat is de juiste definitie van gedrag?
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
14
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Als de moeder van een pasgeboren baby haar vinger in de hand van de baby legt grijpt de baby deze vinger vast. Waardoor wort dit gedrag grotendeels bepaald? Door erfelijke factoren of door leerprocessen?
A erfelijke factoren B leerprocessen Quizvraag Wat is gedrag?
timer
0:10
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen
Slide 1 - Quiz
Gedrag wordt veroorzaakt door?
timer
0:10
A
inwendige prikkers
B
uitwendige prikkels
C
zowel inwendig als uitwendige prikkels
Slide 2 - Quiz
Een prikkel van buiten het organisme heet een ...
A
Inwendige prikkel
B
Binnenprikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel
Slide 3 - Quiz
Als een leeuwin een prooi ziet zal ze er altijd op jagen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
De prikkel 'motivatie' is een voorbeeld van een ... ?
A
Uitwendige prikkel
B
Inwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Sperren
Slide 5 - Quiz
Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.
Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
timer
0:30
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder
Slide 6 - Quiz
Een prikkel dat altijd voor hetzelfde gedrag zorgt noemen wij een ......
A
Noodzakelijke prikkel
B
Sleutelprikkel
C
Reactie prikkel
D
Overlevingsprikkel
Slide 7 - Quiz
In films maken ze ook gebruik van sleutelprikkels of supranormale prikkels. Bekijk de afbeelding. Van welk soort prikkel hebben ze hier gebruik gemaakt?
A
Van een sleutelprikkel
B
Van een supranormale prikkel
Slide 8 - Quiz
Sleep de plaatjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
Slide 9 - Drag question
Dreiggedrag
De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.
Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag
(weg jij!). De rode buik is dus een sleutelprikkel.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wat is de sleutelprikkel voor zilvermeeuwkuikens voor de bedelreactie:
A
de vorm van de kop van de ouder
B
de kleur van de snavel
C
de rode vlek op de snavel van het jong
D
de rode vlek op de snavel van de ouder
Slide 12 - Quiz
De afbeelding rechts geeft de resultaten weer uit de video van de vorige les.
Wat is de sleutelprikkel die leidt tot het pik gedrag?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 13 - Quiz
De lange benen van een barbiepop zijn...
A
een sleutelprikkel
B
een supranormale prikkel
C
motivatie prikkel
Slide 14 - Quiz
Een koekoek legt een ei in het nest van een rietzanger. Als het ei uitkomt duwt het koekoeksjong de andere eieren uit het nest. De rietzanger voert het koekoeksjong vaker dan een eigen jong. Is hier is sprake van een supranormale prikkel? Zo ja, van welk dier is de supranormale prikkel dan afkomstig?
A
Ja, van de rietzanger
B
Ja, van een eigen jong van de rietzanger.
C
Ja, van het koekoeksjong.
D
Nee, er is geen supranormale prikkel.
Slide 15 - Quiz
Einde van de les BS 2
Ga nu aan de slag met de opdrachten in BVJ Epack opdrachte BS 2 en test jezelf!
Slide 16 - Slide
Leerdoel 3
Je kunt de factoren noemen waardoor gedrag wordt
bepaald en je kunt verschillende vormen van leren
beschrijven.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Gedrag kan
1. zijn aangeleerd 2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar
2. Niet waar
B
1 . Niet waar
2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar
Slide 22 - Quiz
Als de moeder van een pasgeboren baby haar vinger in de hand van de baby legt grijpt de baby deze vinger vast. Waardoor wort dit gedrag grotendeels bepaald? Door erfelijke factoren of door leerprocessen?
A
erfelijke factoren
B
leerprocessen
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
Met welke manier van leren heeft de kraai het gedrag in de video geleerd?