> Ramon en Sjors gaan elke zaterdag hardlopen in het park.
Bepaal wat de pv is en zet daar strepen omheen:
> Ramon en Sjors / gaan / elke zaterdag hardlopen in het park.
Bepaal wat de zinsdelen zijn door ze vóór de pv te zetten:
> Elke zaterdag / gaan / Ramon en Sjors / hardlopen / in het park.
> In het park / gaan / Ramon en Sjors / elke zaterdag / hardlopen.