P2 grammatica

welkom allemaal!
Vandaag:

Start met (herhalen) grammatica

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

welkom allemaal!
Vandaag:

Start met (herhalen) grammatica

Slide 1 - Slide

Oefenzin
De leerlingen gaven hun docenten gisteren een dikke onvoldoende.
Benoem:
Pv
Ond
Wwg
Lv             Mv            Bijw.bepaling

Slide 2 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
- waar / wanneer / hoe / op welke manier iets is gebeurd
- begint meestal met een voorzetsel
- blijft vaak over wanneer je alles al hebt benoemd (=prullenbak)
Ik stond te wachten op het perron.
Gisteren was ik precies op tijd.
Stomdronken liep de man over straat.
Hij heeft aan Sanne voor haar verjaardag een cadeau gegeven.

Slide 3 - Slide

Lijdend voorwerp of bijw. bep.?
Morgen ga ik eindelijk naar huis.
Ik heb mijn huiswerk helemaal af.
De kat sprong op tafel.
De pizza's worden vanavond laat thuisbezorgd.
Deze bestelling heb ik via internet geplaatst.

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
- zegt iets over het zelfstandig naamwoord,
- is geen zinsdeel (je kunt het dus niet zomaar ergens anders in de zin plaatsen)
- kun je weglaten zonder dat de zin daar onder te lijden heeft.

Het irritante kind zat de hele tijd naar haar onverschillige ouders te schreeuwen.

Slide 5 - Slide

Oefenzin
De man heeft bij de lokale boekhandel een heel spannend boek voorgelezen aan kinderen.
Persoonsvorm:    Werkwoordelijk gezegde:
Onderwerp:
Lijdend voorwerp:
Meewerkend voorwerp:
Bijwoordelijke bepaling:     bijvoeglijke bepaling:

Slide 6 - Slide

De man
heeft
bij de lokale boekhandel
Een boek
aan kinderen
heeft voorge-lezen
heel spannend
PV
Onder-werp
WWG
MV
LV
Bijw.bep.
Bijv.bep

Slide 7 - Drag question

Voorzetselvoorwerp
- begint ook met voorzetsel (net als bijw.bepaling)'
- voorzetsel hoort bij het werkwoord,
- kan niet door een ander voorzetsel worden vervangen.

Hij ontsnapte aan een groot gevaar.
Ik hou mij niet altijd aan de regels.
Overtuig mij maar van jouw gelijk.

Slide 8 - Slide

Voorzetselvoorwerp oefenen
Maken: blz. 122 opdracht 4 en 6

Slide 9 - Slide

13/1: welkom!
Vandaag: 

- nakijken en verbeteren opdracht 4 en 6 blz. 124
- aan de slag met werkwoorden

Slide 10 - Slide

Werkwoorden: in welke tijd 
                             staat de zin?

1. bepaal de pv: getalproef/zin vragend maken,
2. staan er nog meer ww in de zin?
3. is de pv een hulpwerkwoord (hebben of zijn)? 
 --> volt.tijd (gebruik 't kofschip om vdw goed te spellen)
4. is de pv een zelfstandig werkwoord?
--> teg.tijd (+t achter de ik-vorm bij 'de ander') of v.t (+de(n) of +te(n) achter ik-vorm)

Slide 11 - Slide

zelfstandig werkwoord
- geeft de handeling aan in een zin,
- als er maar één werkwoord is, dan is dat altijd het zelfst.ww.
- is het belangrijkste werkwoord in een zin.
  Ik speel met mijn vrienden een spel.
 We hebben de hele dag gesport


Slide 12 - Slide

Hulpwerkwoord
- kan alleen voorkomen in een zin met een zelfst. werkwoord,
- komt dus nooit in zijn eentje voor in een zin,
- is het werkwoord 'hebben' of 'zijn'

Ik heb vorige week mijn verjaardag gevierd.

Slide 13 - Slide

OEFENZIN
1. De zon..................(verblinden) mijn ogen nog!

2. Niemand ................(vermoeden) dat hij de dader was.

3. Door de woeste zee is het dek van ons schip helemaal ......
     (overstromen)

Slide 14 - Slide

Je hebt me vandaag echt heel goed geholpen.
In welke tijd staat deze zin?

Slide 15 - Open question

De man heeft zich behoorlijk vergist.
A
Deze zin staat in de tegenwoordige tijd
B
Deze zin staat in de verleden tijd
C
Deze zin staat in de voltooide tijd

Slide 16 - Quiz

Het heeft wel lang geduurd zeg!
A
heeft = zelfstandig werkwoord
B
heeft = hulpwerkwoord
C
D

Slide 17 - Quiz

Je weet vast zelf wel waarom.
A
weet = hulpww
B
weet = zelfst.werkwoord

Slide 18 - Quiz

Zelf oefenen of extra uitleg
1. Quizziz, zie Classroom bij Grammatica blok 3 en 4
(dit is huiswerk voor de volgende les)

of

2. Extra uitleg over de huiswerkopdracht van vandaag.    
(+ huiswerk Quizziz voor de volgende les) .      

Slide 19 - Slide