What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorzetselvoorwerp
Proefwerk grammatica hfst 1-3
Dinsdag 31 januari
Leren blz. 28, 30, 58, 60, 88, 90
Bekijk je gemaakte oefeningen of je de theorie snapt.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Proefwerk grammatica hfst 1-3
Dinsdag 31 januari
Leren blz. 28, 30, 58, 60, 88, 90
Bekijk je gemaakte oefeningen of je de theorie snapt.
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Slide 2 - Slide
Grammatica, zinsontleding
Voorzetselvoorwerp is een zinsdeel.
Welke stappen zet je met zinsontleding?
Slide 3 - Slide
Voorzetselvoorwerp
1. Deel van de zin dat
altijd
begint met een voorzetsel
én
2. Het werkwoord heeft een
vast
voorzetsel dat
niet letterlijk
wordt gebruikt
Slide 4 - Slide
werkwoorden met vast voorzetsel
Houden van
Verlangen naar
Zorgen voor
Slide 5 - Slide
Werkwoord met vast voorzetsel?
Check: kun je het voorzetsel veranderen door een ander voorzetsel?
Nee: vast voorzetsel = voorzetselvoorwerp
Ja: geen vzw maar bijwoordelijke bepaling
Slide 6 - Slide
Stappen om vv te vinden:
1. Noteer pv, ow en wwg
2. Kijk of er een ww is met vast voorzetsel
3. Kijk of voorzetsel niet letterlijk wordt gebruikt
4. Het zinsdeel dat begint met vaste voorzetsel is het vv
Slide 7 - Slide
Voorzetselvoorwerp
Zij verlangt
naar een warme zomer
pv:
ow:
Voorzetsel:
Vast? Figuurlijk?
Voorzetselvoorwerp (vv):
Slide 8 - Slide
Voorzetselvoorwerp
vertrouwen op
De blinde man vertrouwt
op zijn hond
zorgen voor
De jongen zorgt
voor zijn oma
klagen over
De klas klaagt
over de moeilijke toets
Voorzetsel + rest van het zinsdeel
Niet de pv!
Slide 9 - Slide
Even oefenen
Benoem in de volgende zinnen het voorzetselvoorwerp!
Slide 10 - Slide
De gele bordjes verwijzen naar de nooduitgang van de bioscoop.
Slide 11 - Open question
Noud probeert te profiteren van de onwetendheid van zijn ouders.
Slide 12 - Open question
Nanda informeert naar de vertrektijd van de bus.
Slide 13 - Open question
Is er een voorzetselvoorwerp in de volgende zinnen?
Slide 14 - Slide
Kees wacht op het perron
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Kees wacht op zijn broer
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
De winkelier stond op contante betaling
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
De winkelier stond op de stoep
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Opdrachten maken
Maak opdracht 1, 2 en 4 op blz. 28/29
Slide 20 - Slide
More lessons like this
2H - H1 Grammatica - Voorzetselvoorwerp
September 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica 2vwo
June 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Klas 2 - Grammatica - pers. en bez. voornaamwoord
May 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorzetselvoorwerp
October 2024
- Lesson with
43 slides
Les 2 §3+§5: herhaling §3 + voorzetselvoorwerp
August 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Nederlands H1 Spelling 01-10
November 2020
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voorzetselvoorwerp
May 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4.7 voorzetselvoorwerp
September 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2