week 14 les 1 bijwoorden van hoeveelheid

Hola, buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • planificación
  • deberes
  • bijwoorden hoeveelheid
1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hola, buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • planificación
  • deberes
  • bijwoorden hoeveelheid

Slide 1 - Slide

Planificación

semana 14
Leerdoel 1, 3, 4, 5, 6, 10

Slide 2 - Slide

LA: pág. 102 ej. 2 
LE: pág. 6.16 onderdeel b
LE: pág. 40 ej. 6.2 pág. 41 ej. 6.5,  
pág. 42 ej. 6.10, pág. 43 ej. 6.12

Slide 3 - Slide

seguir, yo

Slide 4 - Open question

jugar, ellos

Slide 5 - Open question

conocer, yo

Slide 6 - Open question

ir, vosotros

Slide 7 - Open question

seguir, Paco

Slide 8 - Open question

ir, mis padres

Slide 9 - Open question

jugar, Pepe y tú

Slide 10 - Open question

conocer, Carmen y yo

Slide 11 - Open question

coger, yo

Slide 12 - Open question

Estamos ……. la clase.
A
a
B
de
C
en

Slide 13 - Quiz

Vamos ….. Valencia.
A
a
B
de
C
en

Slide 14 - Quiz

Voy al colegio …. bici.
A
a
B
de
C
en

Slide 15 - Quiz

Vengo …. Madrid.
A
a
B
de
C
en

Slide 16 - Quiz

El libro … la mesa.
A
a
B
de
C
en

Slide 17 - Quiz

de auto

Slide 18 - Open question

el avión

Slide 19 - Open question

te voet gaan

Slide 20 - Open question

el mapa

Slide 21 - Open question

venga

Slide 22 - Open question

barato

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Bijwoorden van hoeveelheid
demasiado    =   teveel
Luisa trabaja demasiado.
mucho           = veel
Ana viaja mucho.
bastante        = aardig wat/tamelijk veel
Pedro estudia bastante
poco              = weinig
Rosa estudia poco.
Wat zijn bijwoorden?
woorden die iets zeggen over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Ze zijn onveranderlijk. 

Slide 25 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden van hoeveelheid.
demasiado, mucho, bastante, poco, kunnen ook bijvoeglijk gebruikt worden. Wat heb je geleerd over bijvoeglijke naamwoorden?
In tegenstelling tot een bijwoord veranderen ze wel. Ze passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan. 

Slide 26 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden van hoeveelheid
demasiado - demasiada - demasiados - demasiadas
mucho - mucha - muchos - muchas
bastante - bastantes
poco - poca - pocos - pocas
vb: mucha gente, bastantes libros, pocas chicas

Slide 27 - Slide

muy
Muy is een bijwoord en het zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. Het versterkt het bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan heel of erg.
vb: La casa es grande = Het huis is groot.
      La casa es muy grande = Het huis is heel groot. 

Slide 28 - Slide

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ................... simpática.
2. Tengo ...................... amigos.
3. En el parque hay ........................ gente.
4. Mi padre tiene un coche ................... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ........................... casas. 
6. Mi amigo es.............. trabajador. Siempre estudia ................

Slide 29 - Slide

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ..muy...... simpática.
2. Tengo ........muchos........ amigos.
3. En el parque hay .......mucha......... gente.
4. Mi padre tiene un coche .....muy......... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ..........muchas........ casas. 
6. Mi amigo es...muy.... trabajador. Siempre estudia ...mucho...

Slide 30 - Slide

Deberes

Leren: hay/está
Leren: bijwoorden van hoeveelheid
Leren Quizlet: transport en vervoer
maken: LE: pág. 45 ej. 6.17, 6.18

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide