What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3: Adjectives & adverbs 2
Welcome, everybody!
Please get ready for English.
Pak alvast je boek, pen en iPad. Ga alvast in de LessonUp.
timer
5:00
Mr Brugman
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welcome, everybody!
Please get ready for English.
Pak alvast je boek, pen en iPad. Ga alvast in de LessonUp.
timer
5:00
Mr Brugman
Slide 1 - Slide
Today
- Homework;
- Adjectives & adverbs;
- Adverbs of frequency;
- Vocabulary.
Slide 2 - Slide
Over de toets
Twee delen:
Luistergedeelte;
Stof uit het boek.
Slide 3 - Slide
Homework
Do Exercise 58a, 58b (p. 163-164);
Learn the Vocab
G
: Reading
on p. 169.
Slide 4 - Slide
Adjectives: bijv. naamwoorden
Zoals je weet bestaat er in het Engels een vaste woordvolgorde:
wie / doet / wat / waar / wanneer.
He - watched - a film - on television - last weekend.
Wie - doet - wat - waar - wanneer
Slide 5 - Slide
Waar moet het 'adjective' staan?
He (1) writes (2) letters (3).
(meaningless)
A
1
B
2
C
3
Slide 6 - Quiz
Waar moet het 'adjective' staan?
He (1) possesses (2) an (3) personality.
(attractive)
A
1
B
2
C
3
Slide 7 - Quiz
Waar moet het 'adjective' staan?
Have you (1) received the (2) news about (3) the match (4)? (latest)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quiz
Adverbs: bijwoorden
Woorden 'die erbij horen'
Lijken op adjectives, maar een beetje anders. Adverbs zeggen namelijk niet iets over het zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord.
Slide 9 - Slide
Adverbs: bijwoorden
Nervously, easily, quietly, loudly, etc.
He
nervously
called the girl.
I
easily
passed the test.
Slide 10 - Slide
Adjective or adverb?
Maar wanneer gebruik je welke?;
Adjectives gebruik je wanneer iets gaat over een mens/dier/ding;
Adverbs gebruik je over werkwoorden.
Slide 11 - Slide
Adjective or adverb?
John held the plate _____. (careful/carefully)
A
careful
B
carefully
Slide 12 - Quiz
Adjective or adverb?
I ran _____ to the station. (quick/quickly)
A
quick
B
quickly
Slide 13 - Quiz
Adjective or adverb?
The journey was _____.
(quick/quickly)
A
quick
B
quickly
Slide 14 - Quiz
Adjective or adverb?
The baby rubbed her eyes _____.
(tired/tiredly)
A
tired
B
tiredly
Slide 15 - Quiz
Adjective or adverb?
She cooks _____.
(terrible/terribly)
A
terrible
B
terribly
Slide 16 - Quiz
Adverbs of frequency
Zegt iets over hoe vaak iets gebeurt. Gaat vóór het hoofdww.
Bijvoorbeeld: always, sometimes, often, usually, never.
I
never
charge my phone in time. We
always
walk to school.
Slide 17 - Slide
Adverbs of frequency
Do Exercise 59b on p. 164
Klaar? Schrijf zelf een zin met een adverb of frequency.
timer
3:00
Slide 18 - Slide
Pak je iPad en ga naar Gimkit.com/join
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Adjectives & adverbs
May 2021
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
22-03 unit 5 adverbs
March 2021
- Lesson with
41 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les 1.3 FD-TH-MOH 2/3 Engels
September 2022
- Lesson with
30 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
Adjectives and adverbs
April 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Adjectives and Adverbs + prefixes and suffixes HA2 Allright
May 2024
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 10: Adverbs and adjectives
April 2021
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
review A2ct
December 2022
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lesson 2
April 2023
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2