9.4

Schooljaar 2024 -2025
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schooljaar 2024 -2025

Slide 1 - Slide

Planning tweede periode

Slide 2 - Slide

Deze les:
- Terugblik 9.3
- Keuze uitleg leerdoelen 9.4
- Zelfstandig werken 9.4
Huiswerk dinsdag 19 november:
Maken + nakijken:  9.4 2, 4, 7, 9, 10, 12, 16, 19
Leren: bron 2, 4 en 6 + begrippen

Slide 3 - Slide

 boek blz 173 - 183

Slide 4 - Slide

Welke letter geeft een zweetklier aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 5 - Quiz


Jan heeft een ontstoken wond die maar niet over gaat. Bij de dokter wordt vastgesteld dat hij een bacteriële infectie heeft. Hoe wordt Jan behandeld?
A
Virus-remmers
B
Antibiotica
C
Antimyotica
D
Moet vanzelf overgaan

Slide 6 - Quiz


Een baby krijgt via de moedermelk antistoffen. Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 7 - Quiz

Na aanleiding van het verhaal over runderpest doet roel twee uitspraken. Kruis aan welke juist is en welke onjuist is.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Allebei de uitspraken zijn juist
D
Allebei de uitspraken zijn onjuist

Slide 8 - Quiz


In de afbeelding hiernaast is een gezond en aangetast kniegewricht te zien. Dit kniegewricht is aangetast door reuma, dit is een auto-immuun ziekte.

Leg in je eigen woorden uit wat dit betekend.
Gebruik de woorden: antigenen, lichaamseigen, antistoffen in je antwoord.

Slide 9 - Open question

boek: blz 184 - 194

Slide 10 - Slide

blz 185 boek

Slide 11 - Slide


Waarom is het belangrijk dat mensen die veel bloed hebben verloren een bloedtransfusie krijgen? Kies het beste antwoord.
A
Dan hebben ze niet genoeg bloed en dan ga je dood.
B
Dan kunnen er niet genoeg afvalstoffen worden afgevoerd en vergiftig je.
C
Dan komen er niet genoeg voedingsstoffen bij alle cellen en daardoor kunnen organen uitvallen.
D
Dan komt er niet genoeg bloed bij je hart en dan kan hij de boel niet meer rondpompen.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Een virus of bacterie heeft antigenen op zijn cel.

Je eigen lichaamscellen hebben ook antigenen op hun cel, je witte bloedcellen herkennen het als lichaamseigen en reageren er niet op.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide


Hiernaast zie je een bloedcel. Tot welke bloedgroep behoord hij?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 18 - Quiz


Waaraan kun je zien tot welke bloedgroep deze bloedcel hoort?
A
Aan antistof A
B
Aan antistof B
C
Aan antigen A
D
Aan antigen B

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Bloedgroep
Antigen
Antistof
A
B
AB
O
Sleep de bloedgroep, antigenen en antistoffen naar de juiste plek.
A
B
A & B
Geen anitgenen
Anti A
Anti B
Anti A & B
Geen antistoffen

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide


Wat gebeurd er met het bloed van iemand die bloedgroep A heeft maar bloedgroep B krijgt.
A
niets
B
gaat klonteren

Slide 26 - Quiz


Wat maken de witte-bloedcellen als iemand met bloedgroep A in aanraking komt met bloedgroep AB?
A
Anti-B
B
Anti-A
C
Anit-A & Anti-B
D
Er worden geen antistoffen gemaakt.

Slide 27 - Quiz

Kun je dit invullen?

Slide 28 - Slide

blz 187

Slide 29 - Slide


Julia laat testen welke bloedgroep ze heeft. 
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed klontert bij als er anti-B in komt, bij anti-A gebeurd er niets.
Welke bloedgroep heeft ze?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 30 - Quiz


Max laat zich ook testen.
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed niet gaat klonteren (zie afbeelding) Welke bloedgroep heeft Max?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 31 - Quiz

blz 190 - 191

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Blz 193 boek

Slide 35 - Slide

Huiswerk dinsdag 19 nov
Huiswerk dinsdag 19 november:
9.4 2, 4, 7, 9, 10, 12, 16, 19
Leren: bron 2, 4 en 6 + begrippen

Slide 36 - Slide

Exitticket
Bepaal de bloedgroep, leg uit waarom

Vergeet niet je naam op het papier te zetten.

Slide 37 - Slide