What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Reading - Examentraining
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat kan je verwachten van je CE Engels?
- ongeveer 12
lees
teksten
- ongeveer 42 vragen hierover
- op papier
- afwisseling vragen in het NL en in het ENGELS
- afwisseling open vragen / gesloten vragen
Slide 2 - Slide
Top 6 tips bij CE Engels
TIP 1: Leer en let op signaalwoorden en kernzinnen
TIP 2: Zorg voor een grote woordenschat
TIP 3: Kijk films en documentaires in het Engels
TIP 4: Lees zo veel mogelijk Engelse teksten
TIP 5: Gebruik je woordenboek verstandig
Slide 3 - Slide
www.engelsede-vmbo.nl
Slide 4 - Link
Slide 5 - Slide
Tijd
ens het examen
Houd de tijd in de gaten.
Wat weet je al van het onderwerp?
Lees eerst de vraag
Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
Gebruik je woordenboeken EN-NE en NE-EN
Slide 6 - Slide
Tijdens het examen per tekst
Lees alinea voor alinea - examenvragen.
Bevatten deze een aanwijzing?
Open vragen kort en bondig beantwoorden
Schrijf duidelijk en leesbaar
Wat is jouw eigen antwoord?
Kies het antwoord wat
het meest op jouw antwoord lijkt.
Slide 7 - Slide
Woordenboek
Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.
Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen.
Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.
Slide 8 - Slide
!
Zorg dat je de vragen goed begrijpt.
Gebruik ook hier je woordenboek voor.
We gaan dit nu oefenen met een aantal vragen
Slide 9 - Slide
How does the writer introduce the topic?
A
Hoe stelt de schrijver zich voor?
B
Hoe introduceert de schrijver zichzelf?
C
Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
D
Hoe schrijf je een introductie?
Slide 10 - Quiz
What does the word refer to?
A
Waar wijs je naar?
B
Waar verwijst het woord naar?
C
Wat betekent het woord wijzen?
D
Wat doet het woord verwijzen daar?
Slide 11 - Quiz
What can be concluded in paragraph 3 and 4?
A
Welke conclusie wordt er gemaakt?
B
Welke conclusie wordt er duidelijk in alinea 3 en 4?
C
Is dat de conclusie van de tekst?
D
Wat is de conclusie?
Slide 12 - Quiz
What becomes clear in line 17?
A
Dat is duidelijk regel 17.
B
Wie schreef regel 17?
C
Wat wordt er duidelijk in regel 17?
D
Regel 17 lijkt mij duidelijk.
Slide 13 - Quiz
What is mentioned about dogs?
A
Wat is er met honden?
B
Hoe worden honden vaak genoemd?
C
Hoe noem je een hond?
D
Wat wordt er gezegd over honden?
Slide 14 - Quiz
What is the main point of paragraph 5?
A
Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
B
Wat is het punt van alinea 5?
C
Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
D
Is dat het punt van alinea 5?
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Tekstrelaties
Wat is het verband tussen de verschillende alinea's? (oorzaak/ gevolg, voors/tegens, )
Vragen & antwoorden staan vaak in het Engels, gaat altijd over bijvoorbeeld: "Wat zegt paragraaf 1 over ... ."
Let erg goed op signaalwoorden in de tekst!
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
How does paragraph 2 connect to paragraph 1?
A
It contradicts what is said in paragraph 1.
B
It gives examples of what is said in paragraph 1.
C
It makes fun of what is said in paragraph 1.
Slide 20 - Quiz
Opvattingen auteur
"Wat bedoelt de schrijver met ...?"
Let goed op signaalwoorden of andere kernwoorden die aanwijzingen kunnen geven over een toon of mening van de auteur.
Lastige vragen, omdat het gaat over interpretatie!
Slide 21 - Slide
Zorg ervoor dat je de betekenis van de antwoordopties weet. Anders kun je de vraag natuurlijk niet beantwoorden. Gebruik eventueel een woordenboek.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
How can the tone of paragraphs 3 and 4 be characterised best?
A
admiring
B
enthusiastic
C
mocking
D
shocked
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Schrijfdoel / functie
"Wat is het doel van paragraaf 2/deze tekst?", "Wat bedoelt de schrijver met ...?", "Beschrijf wat er gebeurt."
Probeer duidelijk de hoofdgedachte uit een tekst te halen.
Zoek naar signaalwoorden die een aanwijzing kunnen geven voor het juiste antwoord.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
'Which is exactly what happens to Conway.' (alinea 4)
Beschrijf kort wat er gebeurde.
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Slide
Adviezen
Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws.
Lees Engelse boeken, artikelen.
Brede woordenschat maakt teksten lezen gemakkelijker. Bestudeer woordenlijsten.
bestudeer de signaalwoorden goed
Oefen met examenteksten - examenflow.nl of examenblad.nl
Slide 32 - Slide
Op wat voor manier is het CE Engels meestal ingedeeld?
A
Makkelijke teksten, moeilijke teksten, makkelijke teksten
B
Moeilijke teksten, makkelijke teksten
C
Moeilijke teksten, makkelijke teksten, moeilijke teksten
D
Makkelijke teksten, moeilijke teksten
Slide 33 - Quiz
www.engelsgemist.nl
Slide 34 - Link
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Examentraining Leesteksten
April 2017
- Lesson with
26 slides
by
www.lessonup.io
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Examentraining
Reading - Examentraining
April 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
Reading - Examentraining
March 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
wk 44 lesson 1 GL only Reading - Examentraining (schrijfdoel en functie)
October 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
examentraining 1
April 2022
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
examentraining 1
April 2022
- Lesson with
40 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
4GT Examentraining 22-23
April 2023
- Lesson with
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
examentraining 1
April 2022
- Lesson with
40 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4