Les 16: 17 november 2022

1T1 Klassieke Talen
17 november 2022
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1T1 Klassieke Talen
17 november 2022

Slide 1 - Slide

Laatste keer HSM...

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

  • Opfrissen woordjes les 2
  • Rijtjes zelfstandig nw inclusief accusativus kunnen geven
  • Onderwerp en lijdend voorwerp in Latijn herkennen
  • Zinnetjes met daarin nominativus en accusativus kunnen vertalen

Slide 3 - Slide

Planning
  1. Start 

  2. Herhaling woorden les 2 blz. 30
  3. Herhaling naamvallen/ nominativus en accusativus
  4. Herhaling vorming en gebruik naamvallen
  5. Opdracht 74
  6. Afronding

Slide 4 - Slide

Herhaling vorige les
  • Welk Latijns woord uit les 2 herken je in interland EN wat betekent een interland dus?
  • In het Latijn, Engels en Frans kan er achter een zelfstandig naamwoord de f van feminine staan. Van welk Latijns woord komt dit en wat betekent het dus? 
  • Van welk Latijns woord komt urbanisatie EN wat betekent het dus? 
  • Wie waren de ouders van Romulus en Remus?
  • Waarom/ Op bevel van wie werden zij in de Tiber gegooid?
  • Hoe kon het dat zij dit overleefden? 

  • Hoe weet je in het Latijn wat onderwerp en lijdend vwp is?
  • Wat zijn naamvallen dus en welke 2 hebben we voor de vakantie geleerd?

Slide 5 - Slide

Woorden les 2 (blz. 30)
  • Luister naar de uitspraak EN spreek na;

  • Bedenk voor jezelf alvast ezelsbruggetjes om de betekenis aan het woord te koppelen.

  • Maak eventueel kaartjes om de woorden te leren EN herhaal, herhaal, herhaal...

Slide 6 - Slide

Naamvallen
  • Naamvallen = vormverandering van zelfstandig naamwoord
  • Naamvallen geven de grammaticale functie (ondw/lvw) aan
  • Femina vocat = de vrouw roept (onderwerp)
  • Servus feminam vocat = de slaaf roept de vrouw (lvw)
  • 1e naamval = nominativus voor onderwerp
  • 4e naamval = accusativus voor lijdend voorwerp
  • Door die naamvallen is Latijnse woordvolgorde veel vrijer:
  • Femina servum vocat / Servum femina vocat / Vocat servum femina = De vrouw roept de slaaf.

Slide 7 - Slide

Verbuiging zelfstandig naamwoord
maak opdracht 71 + 73 blz. 67
Groep I
Groep II
Groep II
Groep III
Groep III
nom. ev.
femina
servus
bellum
rex
flumen
acc. ev.
feminam
servum
bellum
regem
flumen
nom. mv.
feminae
servi
bella
reges
flumina
acc. mv.
feminas
servos
bella
reges
flumina

Slide 8 - Slide

Geef de rijtjes
Groep I
Groep II
Groep II
Groep III
Groep III
nom. ev.
femina
mandatum
vir
urbs
cor
acc. ev.
nom. mv.
urbes
corda
acc. mv.

Slide 9 - Slide

Geef de rijtjes
Groep I
Groep II
Groep II
Groep III
Groep III
nom. ev.
femina
mandatum
vir
urbs
cor
acc. ev.
feminam
mandatum
virum
urbem
cor
nom. mv.
feminae
mandata
viri
urbes
corda
acc. mv.
feminas
mandata
viros
urbes
corda

Slide 10 - Slide

Opdracht 73 (blz. 67)
  1. Feminae puellas protegunt
  2. De vrouwen beschermen de meisjes
  3. Pueros servi portant
  4. De slaven dragen de jongens.
  5. Rex mandatum dividit
  6. De koning verdeelt de opdracht.
  7. Arborem puella tollit
  8. Het meisje tilt de/een boom.

Slide 11 - Slide

Vertaal tekst 2 blz. 30
  1. Romulus et Remus fratres sunt.
  2. Pueri urbem aedificant.
  3. Urbs proper flumen est.
  4. Ibi Remus servum iuvare iubet
  5. Romulus en Remus zijn broers.
  6. De jongens bouwen een/de stad.
  7. De stad is dichtbij een/ de rivier.
  8. Daar beveelt Remus een slaaf om (hem) te helpen.

Slide 12 - Slide

Vertaal tekst 2 blz. 30
  1. Servus puerum timet.
  2. Ideo tacet et mandatum non recusat.
  3. Ad novum locum viri et pueri veniunt.
  4. Casas inter arbores faciunt.
  5. De slaaf is bang voor de jongen.
  6. Daarom zwijgt hij en weigert hij de opdracht niet.
  7. Mannen en jongens komen naar naar de nieuwe plek.
  8. Ze bouwen huizen tussen de bomen.

Slide 13 - Slide

Basiswoorden Latijn les 2 blz. 30
  • Leer alleen de vetgedrukte woorden
  • Alleen van Latijn naar Nederlands leren
  • Spreek de woorden voor jezelf uit
  • Maak kaartjes en/of ezelsbruggetjes
  • Leer niet op volgorde, maar leer de woorden door elkaar
  • Deel het op in kleine hoeveelheden
  • Herhaal, herhaal, herhaal!
  • Luister nu naar de uitspraak. 

Slide 14 - Slide

Hoe heette de opa van Remus?
A
Numitor
B
Amulius
C
Mars
D
Romulus

Slide 15 - Quiz

Het Latijnse woord voor wolvin is Lupa.
Wat is de accusativus meervoud hiervan?
A
lupam
B
lupa
C
lupas
D
lupae

Slide 16 - Quiz

Wat is eigenlijk het nut van naamvallen zoals nominativus en accusativus?
A
Niet, alleen maar extra leerwerk...
B
Zodat je ziet of het enkelvoud of meervoud is.
C
Zodat je verschil tussen mannelijk en vrouwelijk ziet
D
Zodat je weet of iets onderwerp of lijdend vwp is.

Slide 17 - Quiz

Hoe heet de rivier waarin Romulus en Remus als baby werden gegooid?
A
Arno
B
Tiber
C
Rijn
D
Po

Slide 18 - Quiz

Hoe leuk vind je Latijn?
110

Slide 19 - Poll

Terugblik op de Lesdoelen
  • Opfrissen woordjes les 2
  • Rijtjes zelfstandig nw inclusief accusativus kunnen geven
  • Onderwerp en lijdend voorwerp in Latijn herkennen
  • Zinnetjes met daarin nominativus en accusativus kunnen vertalen
Huiswerk 22 november, 7e uur ... MET MENEER TUMMINARO!
  • leer rijtjes zelfstandig nw + functies naamvallen blz. 66
  • leer woorden les 2 blz. 30

Slide 20 - Slide

Wat heb je van deze les geleerd of wat ga je van deze les onthouden?

Slide 21 - Open question

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll