Theme 1 English
Stepping StonesKGT 2
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
In het Engels beantwoord je vragen vaak met yes of no.
Het is niet beleefd om alleen met yes/no te antwoorden, dus kun je een kort ja/nee antwoord gebruiken in het Engels.
Zo vorm je een kort ja/nee antwoord:
1 Yes/No2 Onderwerp3 herhaal het werkwoord uit de vraag in je antwoord
Does he like chocolate?Yes,
1. Yes2, onderwerp herhalen > he 3. werkwoord herhalen > doesYes, he does.
Als je een negatief antwoord geeft op de vraag, begin je je antwoord met No.
Daarna volgt er het onderwerp en het werkwoord.
Je moet dan ook 'not' toevoegen aan het werkwoord om te zeggen dat iets niet zo is. No, he doesn't. (does + not)
Voorbeeld:Does he like chocolate? Yes, he doesNo, he doesn't.
Zie je 'you' in de vraag staan?
Dan kun je met 'I' of 'we' de vraag beantwoorden als onderwerp.
Do you like the colour blue? Deze vraag kan ik aan jou stellen, maar ook aan jullie als groep.
Do you like the colour blue?
Yes, we do / No, we don't Yes, I do / No, I don't
Zie je 'you' in de vraag staan,
dan kun je 'I' of 'we' in je antwoord gebruiken.
Zie je 'I' in de vraag staan? Do I have to do my homework?
Dan kun je vanuit de 'you' persoon antwoorden.
Yes, you do.No, you don't.
Maak test yourself B, deel 3 op p 57 van je WB.