This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
In het Engels is het heel onbeleefd om zomaar "ja" of "nee" te antwoorden als iemand je een vraag stelt.
Daarom herhalen we een deel van de vraag in ons antwoord.
In het Engels is het beleefd om een vraag niet alleen met ja/nee te antwoorden.
Na ja of nee gebruik je het werkwoord en het onderwerp uit de vraagzin in het antwoord.
Did she go to school yesterday? - Yes, she did.- No, she didn't.
Could I borrow your pen?- Yes, you can.- No, you can't.
1. Je begint met ja/nee.2. herhaal het onderwerp uit de vraag.3. herhaal het eerste werkwoord uit de vraag.
*** Bij 'you' in een vraag gebruik je 'I' in het antwoord.
Are you interested in comic books?- Yes, I am. - No, I am not.
*** Als het antwoord met 'NO' begint, dan zet je not achter het werkwoord.
Could he help me with my homework?- Yes, he could.- No, he couldn't.
Een ja/nee antwoord in het Engels ziet er als volgt uit:- Yes/No - onderwerp - werkwoord (+ not).
*Zie je 'you' in de vraag, dan gebruik je 'I' in jouw antwoord.*Begint jouw antwoord met No, dan zet je not achter het werkwoord.
Do you like apples?
Yes, I do
No, I don't ( do not)
Is she singing a song?
Yes, she is
No, she isn't (is not)
1. Je start je antwoord met "yes" of "no"
2. Je kiest de juiste persoon (I, you, we, she, they etc)
3. Je herhaalt het eerste woord van de vraag
4. Als het antwoord "no" is, plak je daar nog n't (not) achter
Kijk maar eens naar de volgende video
*** Bij 'you' in een vraag gebruik je 'I' of 'we' in je antwoord.
Are you interested in comic books?- Yes, I am/we are. - No, I am not/ we aren't.
Kijk goed of je 'I' of 'we' moet gebruiken. Soms kunnen ze allebei.
Zie je 'I' in de vraag, dan kun je ook met 'you' antwoorden. Am I 14 years old?Yes, you are.
Dit geldt ook voor 'we' in de vraag. Are we at school tomorrow?Yes, you are.
*Zie je 'you' in de vraag, dan gebruik je 'I' of 'we' in jouw antwoord.*Zie je 'I' en 'We' in de vraag, dan gebruik je vaak 'you' in jouw antwoord.