Short yes/no answers - Korte ja/nee antwoorden

Short yes/no answers
Korte ja/nee antwoorden
Stepping Stones theme 1
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Short yes/no answers
Korte ja/nee antwoorden
Stepping Stones theme 1

Slide 1 - Slide

Uitleg

In het Engels is het beleefd om een vraag niet alleen met ja/nee te antwoorden.


Na ja of nee gebruik je het werkwoord en het onderwerp uit de vraagzin in het antwoord.

Slide 2 - Slide

Voorbeelden

Did she go to school yesterday? 
- Yes, she did.
- No, she didn't.


Could I borrow your pen?
- Yes, you can.
- No, you can't.

Slide 3 - Slide

Hoe vorm je een ja/nee antwoord?


1. Je begint met ja/nee.
2. herhaal het onderwerp uit de vraag.
3. herhaal het eerste werkwoord uit de vraag.


Slide 4 - Slide

Let op!


*** Bij 'you' in een vraag gebruik je 'I' of 'we' in je antwoord.

Are you interested in comic books?
- Yes, I am/we are. 
- No, I am not/ we aren't.

Kijk goed of je 'I' of 'we' moet gebruiken. Soms kunnen ze allebei.


Slide 5 - Slide

Let op!

Zie je 'I' in de vraag, dan kun je ook met 'you' antwoorden.
Am I 14 years old?
Yes, you are.


Dit geldt ook voor 'we' in de vraag.
Are we at school tomorrow?
Yes, you are.

Slide 6 - Slide

Let op!

*** Als het antwoord met 'NO' begint, dan zet je not achter het werkwoord.


Could he help me with my homework?
- Yes, he could.
- No, he couldn't.

Slide 7 - Slide

In het kort

Een ja/nee antwoord in het Engels ziet er als volgt uit:
- Yes/No - onderwerp - werkwoord (+ not).


*Zie je 'you' in de vraag, dan gebruik je 'I' in jouw antwoord.

* Zie je 'I' en 'we' in de vraag, dan gebruik je 'you' in het antwoord
*Begint jouw antwoord met No, dan zet je not achter het werkwoord.

Slide 8 - Slide

Geef antwoord:
Would you like to help me?
Yes, ....

Slide 9 - Open question

Maak af:
Does he know how to finish that task?
No, ...

Slide 10 - Open question

Oefenen

Do exercise 12 + 13 on page 14 of your AB.


Slide 11 - Slide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 12 - Open question

Wat ging nog niet goed tijdens het oefenen?

Slide 13 - Open question