H 9.2 Formules

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken
 
Blauwe snelhechter 
H 9.2 

opdrachten 9, 10, 11

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Ik kan uitleggen wat de getallen en woorden in een          
   woordformule betekenen. 
- Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal. 
- Ik kan mbv een woordformule een tabel invullen. 
- Ik kan bij de ingevulde tabel een grafiek tekenen (in een    
   gegeven assenstelsel). 

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les
- Ik kan rekenen met een woordformule. 
- Ik kan uit een context een woordformule opstellen. 
- Ik kan mbv een context het begingetal in een     
   woordformule veranderen. 
- Ik kan mbv een context het stijggetal in een woordformule 
   veranderen.

Slide 4 - Slide

Rekenen met formules (blz. 126)
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x aantal foto's 

Bestel je 24 foto's dan krijg je:
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x 24 = 8,70

Bestel je 80 foto's dan krijg je:
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x 80 = 25,50

Slide 5 - Slide

Denken - delen - uitwisselen
1. je krijgt een som en rekent deze alleen uit.

2. wanneer de docent dit zegt, ga je je antwoord delen met je buurman of buurvrouw

3. wanneer docent dit zegt ga je het antwoord wat je in je tweetal hebt afgesproken, uitwisselen met de klas.

 









aantal
240









aantal







Slide 6 - Slide

Opdracht 14 (blz. 127)
Jarno heeft nog €8,06 beltegoed.
Per minuut bellen gaat daar €0,26 vanaf.

a. beltegoed in euro's = ... - ... x aantal belminuten
b. Hoeveel beltegoed na 4 minuten bellen?
c. Hoeveel beltegoed na 23 minuten bellen?

 
 









aantal
240









aantal







timer
3:00

Slide 7 - Slide

Opdracht 14 (blz. 127)
Jarno heeft nog €8,06 beltegoed.
Per minuut bellen gaat daar €0,26 vanaf.

a. beltegoed in euro's = 8,06 - 0,26 x aantal belminuten
b. Hoeveel beltegoed na 4 minuten? 8,06 - 0,26 x 4 = 7,02
c. Hoeveel beltegoed na 23 minuten? 8,06 - 0,26 x 23 = 2,08

 
 









aantal
240









aantal







Slide 8 - Slide

Formule veranderen (blz. 128)
Prijzen kunnen veranderen de formule verandert dan ook.

Johan repareert landbouwmachines. Hierbij hoort de formule:
reparatiekosten in euro's = 27,50 + 36,75 x tijd in uren

Per 1 januari verhoogt Johan de kosten.
  •  Het vaste bedrag gaat met €3,50 omhoog.
  • Het uurtarief gaat met 2 euro omhoog.
Wat is de nieuwe formule?

Slide 9 - Slide

Formule veranderen (blz. 128)
reparatiekosten in euro's = 27,50 + 36,75 x tijd in uren

  • Het nieuwe vaste bedrag wordt --> 27,50 + 3,50 = 31 euro
  • Het nieuwe uurtarief wordt --> 36,75 + 2 = €38,75

Wat is de nieuwe formule?
reparatiekosten in euro's = 31 + 38,75 x tijd in uren


Slide 10 - Slide

Denken - delen - uitwisselen
1. je krijgt een som en rekent deze alleen uit.

2. wanneer de docent dit zegt, ga je je antwoord delen met je buurman of buurvrouw

3. wanneer docent dit zegt ga je het antwoord wat je in je tweetal hebt afgesproken, uitwisselen met de klas.

 









aantal
240









aantal







Slide 11 - Slide

Opdracht 17 (blz. 128)
huurprijs in euro's = 125 + 38 x tijd in dagen

Het vaste bedrag daalt met 6 euro.
a. Van welk getal in de formule trek je 6 af?
b. Bereken het nieuwe vaste bedrag.

 
 









aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 12 - Slide

Opdracht 17 (blz. 128)
huurprijs in euro's = 125 + 38 x tijd in dagen

Het vaste bedrag daalt met 6 euro.
a. Van welk getal in de formule trek je 6 af? van 125
b. Bereken het nieuwe vaste bedrag. 125 - 6 = 119

 
 









aantal
240









aantal







Slide 13 - Slide

Opdracht 18 (blz. 128)
huurprijs in euro's = 125 + 38 x tijd in dagen

Het dagtarief stijgt met €3,50
a. Bij welk getal in de formule tel je €3,50 op?
b. Bereken het nieuwe dagtarief.

 
 









aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 14 - Slide

Opdracht 18 (blz. 128)
huurprijs in euro's = 125 + 38 x tijd in dagen

Het dagtarief stijgt met €3,50
a. Bij welk getal in de formule tel je €3,50 op? bij 38
b. Bereken het nieuwe dagtarief. 38 + 3,50 = 41,50

 
 









aantal
240









aantal







Slide 15 - Slide

Opdracht 19 (blz. 128)
Gebruik de antwoorden van opgaven 17 en 18.
Neem de formule over en vul de nieuwe bedragen op de stippellijnen in.

huurprijs in euro's = ... + ... x  tijd in dagen

 
 









aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 16 - Slide

Opdracht 19 (blz. 128)
Gebruik de antwoorden van opgaven 17 en 18.
Neem de formule over en vul de nieuwe bedragen op de stippellijnen in.

huurprijs in euro's = 119 + 41,50 x  tijd in dagen

 
 









aantal
240









aantal







Slide 17 - Slide

Doelen van deze les
- Ik kan rekenen met een woordformule. 
- Ik kan uit een context een woordformule opstellen. 
- Ik kan mbv een context het begingetal in een     
   woordformule veranderen. 
- Ik kan mbv een context het stijggetal in een woordformule 
   veranderen.

Slide 18 - Slide

Opgaven maken

Boek 
H 9.2 
opdrachten 
15, 20, 21, 22, 23

Slide 19 - Slide

Huiswerk

Boek 
H 9.2 
opdrachten 
15, 20, 21, 22, 23

Slide 20 - Slide