2.1 Naar een ander soort leven

2.1 Naar een ander soort leven
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.1 Naar een ander soort leven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd.


  • Je kan uitleggen wat door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland.


  • Je weet hoe de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders waren.


  • Je kan beschrijven hoe door de industrialisatie de samenleving veranderde. 

Slide 2 - Slide

Wie bestuurt Nederland?
A
De koning
B
De burgermeester van Amsterdam
C
De minister-president
D
Geert Wilders

Slide 3 - Quiz

L1: Bestuur Nederland na 1815
  • Tot 1813 hoorde Nederland bij Frankrijk en Napoleon 
    - Nieuw Koninkrijk der Nederlanden (NL + België)
  • Nederland voor het eerst een koning als staatshoofd
  • Nederland werd een consitutionele monarchie
    - Een koning met een grondwet
    - Samen regeren met ministers 

Slide 4 - Slide

L1: Bestuur Nederland na 1815
  • Een aantal problemen die Willem teveel macht geven:
  1. De koning mocht ministers benoemen
  2. De koning mocht de Eerste Kamer kiezen
  3. De Tweede Kamer werd gekozen door de rijken maar konden niets zonder de Eerste Kamer 
  • In principe had Willem 1 dus geen grondwet en was het een gewone monarchie

Slide 5 - Slide

L2: De grondwet van 1848
  • Niet iedereen tevreden. Er zijn 2 partijen:
  1. Liberalen: Veel vrijheid en inspraak. Vaak rijke mensen.
  2. Conservatieven: Macht moet blijven bij koning/adel

  • Eerste tegenslag in 1830: België in opstand
    - Stichten België als zelfstandig land

Slide 6 - Slide

L2: De grondwet van 1848
  • 1840: Willem I wordt opgevolgd door Willem II
    - Eerst goede hoop maar Willem II is net zo erg
  • 1848: Opstanden door heel Europa tegen koningen
  • Willem II laat Thorbecke een nieuwe grondwet maken
    - (Rijke) burgers kregen meer vrijheid en invloed
    - Koning bemoeit zich niet met de politiek, is nog wel staatshoofd

Slide 7 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.1
BK: Maken opdracht 1 tot leerstof 4
KM: Maken opdracht 1 tot leerstof 3

Slide 8 - Slide

2.1 Naar een ander soort leven

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd.

  • Je kan uitleggen wat door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland.


  • Je weet hoe de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Je kan beschrijven hoe door de industrialisatie de samenleving veranderde. 

Slide 10 - Slide

Waarom had de Nederlandse koning vroeger teveel macht?
A
Hij zette het leger in tegen het volk
B
Hij kon teveel mensen aanwijzen in de politiek
C
Hij werkte samen met de rijke mensen
D
Het volk durfde niet tegen de koning te doen

Slide 11 - Quiz

Wie waren voor de koning?
A
Conservatieven
B
Liberalen

Slide 12 - Quiz

Wat betekend een 'constitutionele monarchie'?

Slide 13 - Open question

L3: Werkomstandigheden
  • Door de fabrieken ontstaat: industriële samenleving
    - Wonen in de stad + werk in de fabriek
  • Arbeiders hebben het slecht:
    - Lange werkdagen (14 uur of langer)
    - Alleen zondags vrij
    - Niet betaald bij ziekte of verwonding
    - Gevaarlijke machines op het werk

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

L4: Leefomstandigheden
  • Arbeiders wonen dicht bij de fabriek:
    - Slechte huizen dicht op elkaar
    - Geen stromend water of riolering
    - Veel ziektes (cholera/.tuberculose)
    - Dicht bij de fabriek met ongezonde lucht

  • Slechte leef- en werkomstandigheden: sociale kwestie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

L5: Veranderingen
  • De rijkdom is niet eerlijk verdeeld
    - Vele arbeiders arm <--> Paar fabriekseigenaren rijk
  • Arbeiders richten vereniging op: vakbond
    - Samen protesteren geeft meer druk
    - Arbeiders doorbetaald tijdens staking
    - Wel maandelijks bedrag betalen

Slide 19 - Slide

L5: Veranderingen
  • Overheid begint onderzoek te doen in 1860
    - Regelgeving voor ongezonde woningen
    - Doorbetaling bij ziekte of ongevallen
    - 'Kinderwetje'. Geen kinderen meer onder 12 jaar

  • Vanaf 1900 komt zelf de leerplichtwet
    - Onder de 12 moeten kinderen naar school

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.1
Maken opdracht 1 tot samenvatting
+
Paragraaftoets 2.1 (VIA DIGITAAL TOETSEN)

Slide 21 - Slide