C1-C zinnen bij Familie en vrienden, werkwoorden vervoegen

C1-C zinnen bij Familie en vrienden, werkwoorden vervoegen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

C1-C zinnen bij Familie en vrienden, werkwoorden vervoegen

Slide 1 - Slide

Maak een zin met het woord
'de familie'

Slide 2 - Open question

Maak een zin met het woord
'het meisje'

Slide 3 - Open question

Maak een zin met het woord
'de vriend'

Slide 4 - Open question

Maak een zin met het woord
'de grootouders'

Slide 5 - Open question

De tante ... op de verjaardag.
A
zijn
B
ben
C
bent
D
is

Slide 6 - Quiz

Ik .... aan mijn familie.
A
denken
B
denk
C
denkt
D
denkte

Slide 7 - Quiz

Het meisje ... liefdesverdriet.
A
heb
B
heef
C
heeft
D
hebben

Slide 8 - Quiz

De zoon ... naar zijn moeder.
A
luistert
B
luister
C
luisterd
D
luisteren

Slide 9 - Quiz

Mijn vader ... Mohammed.
A
heten
B
heet
C
het
D
hett

Slide 10 - Quiz

De ouders ... 1 zoon en 1 dochter.
A
heeft
B
heb
C
hebben
D
heben

Slide 11 - Quiz

Het schoolkind ... het huiswerk.
A
maken
B
mak
C
maak
D
maakt

Slide 12 - Quiz

De kleuter ... en ...
A
knippt en plak
B
knipt en plakt
C
knipt en plakkt
D
knippen en plakken

Slide 13 - Quiz