This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Reflecteren
kun je leren
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Je legt uit waar een goede reflectie uit moet bestaan
- Je herkent succescriteria waar een goede
reflectie aan moet voldoen
- Je beschrijft de criteria van een STARR-reflectie
- Je oefent met het schrijven van een STARR-reflectie
Slide 2 - Slide
Wat is reflecteren?
Slide 3 - Mind map
Is onderstaande zin een goede reflectie?
Mijn resultaten van mijn BPV zijn super, mijn stagebegeleider is blij met mij
Slide 4 - Poll
Ik vind het lastig om tijd te maken om aan mijn BPV opdrachten te zitten onder stage tijd. Dit heb ik aangegeven op stage en krijg nu de gelegenheid om tijdens activiteiten eraan te zitten.
Slide 5 - Poll
Ik heb samen met me begeleider gekeken naar mijn beoordelingen en het zag er heel goed uit. Om eerlijk te zijn had ik het al verwacht omdat ik het heel erg naar me zin heb op mijn stage. Waardoor ik de opdracht makkelijk kon maken. Daarnaast is mijn houding op stage ook heel goed ik ben heel goed beoordeeld.
Slide 6 - Poll
Voor mijn BPV heb ik nog geen resultaten. Wel krijg ik wekelijkse feedback over hoe het die week is gegaan. Het gaat natuurlijk niet elke week even goed, maar ze vertellen wel dat ik het erg goed doe en dat ik elke week wel vooruitgang boek. Ze vinden ook dat ik leergierig ben en ik altijd open sta voor nieuwe dingen. Ze vinden ook dat ik mijn taken goed en netjes uitvoer. Als ik ergens tegen aan loop vertel ik dat ook altijd.
Slide 7 - Poll
Succescriteria goede reflectie
Slide 8 - Slide
Wat is reflecteren?
In je reflectieverslag daarentegen ga je enkel in op betekenisvolle situaties en bespreek je die zeer uitvoerig. Je focust hierbij vooral op je eigen ontwikkeling en gevoel
Het verschil tussen een stageverslag en een reflectieverslag is groot. In je stageverslag is een reflectie (of een evaluatie) slechts een onderdeel van het verslag en beschrijf je de gehele stageperiode, het stagebedrijf en zijn omgeving, je stageopdracht en werkzaamheden en verbind je hier een conclusie aan.
Slide 9 - Slide
STARR- reflectie
Slide 10 - Slide
STARR
situatie
Je beschrijft de context waarin de gebeurtenis plaatsvond.
Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar en wanneer speelde het zich af?
Beschrijf puur de feiten en omstandigheden, alsof je vertelt wat er in een film te zien was.
Slide 11 - Slide
STARR
taak
Hierbij gaat het om jouw rol in de situatie.
Wat was jouw opdracht? Wat werd er van je verwacht? Dit kan de taak zijn die je van school of van je stagebegeleider kreeg, maar maak het ook persoonlijk. Vraag je bijvoorbeeld af wat jij wilde bereiken en van jezelf verwachtte.
Slide 12 - Slide
STARR
actie/ aanpak
Vervolgens beschrijf je jouw daadwerkelijke handelingen.
Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Probeer ook te onderbouwen waarom je het op die manier hebt aangepakt. Als je een opleiding doet, kun je hiervoor gebruikmaken van theoretische concepten die je hebt geleerd.
Slide 13 - Slide
STARR
resultaat
Stel jezelf de volgende vragen:
Wat waren de gevolgen van jouw actie?
Hoe reageerden de betrokken personen op wat jij deed?
Het gaat er nog niet om of je hiermee tevreden bent, maar alleen om wat er gebeurde na jouw actie.
Slide 14 - Slide
STARR
reflectie
Hoe vond je dat jij het deed?
Ben je tevreden over de uitkomst of het resultaat van je handelen?
Wat heb je geleerd?
Kun je dit ook toepassen in andere situaties? Wat zou je volgende keer anders doen? Probeer je voor een diepgaande reflectie ook te verplaatsen in de mensen die betrokken waren bij de situatie en je af te vragen wat zij over jouw actie zouden zeggen.
Slide 15 - Slide
Opdracht
Schrijf een (complete) STARR-reflectie over een situatie vanuit de praktijk die je hebt meegemaakt.