Voltooid deelwoord NT2

Werkwoordspelling
Het voltooid deelwoord

Ik heb gisteren tot 5 uur in de winkel gewerkt.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Het voltooid deelwoord

Ik heb gisteren tot 5 uur in de winkel gewerkt.

Slide 1 - Slide

Wat weet je na deze les?
  • Wat soft ketchup of  't ex kofschip is.
  • Wat de stam is van een werkwoord.
  • Hoe je de voltooide tijd maakt

Slide 2 - Slide

Stap 1: vind de stam
Haal -en van het werkwoord af.

fietsen - fiets
werken - werk
stoppen - stopp
Lopen- loop

Slide 3 - Slide

Is het gewerkt of gewerkd?

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord bij zwakke werkwoorden
 Ik heb gespeeld of gespeelt?
Kijk naar de laatste letter van de stam.

spelen   -   speel   -   gespeeld
maken   -   maak    -  gemaakt
zeggen -   zegg     -   gezegd


t

Slide 5 - Slide

Maak de stam en het voltooid deelwoord van

maken> ik ...................... > ik heb ge.....................

Slide 6 - Open question

Moeilijke werkwoorden
werkwoord            stam             ik-vorm            voltooid deelwoord

reizen                        reiz                reis                   ik heb gereisd
leven                          lev                 leef                   ik heb geleefd
verhuizen                verhuiz        verhuis           ik ben verhuisd
durven                      durv              durf                 ik heb gedurfd


Slide 7 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van

stappen
A
gestapt
B
gestapd

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van

koken
A
gekookd
B
gekookt
C
gekokt
D
gekokd

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

vertellen
A
geverteld
B
verteld
C
vertelt
D
vertellt

Slide 10 - Quiz

Het vliegtuig is veilig .......(landen)
A
geland
B
gelant

Slide 11 - Quiz

Zij hebben een toets......(maken).
A
gemaakd
B
gemakt
C
gemaakt

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

wonen
A
gewoond
B
gewond
C
gewoont

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

verven
A
geverft
B
geverfd

Slide 14 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 15 - Quiz

Ali praat veel.

Wat is het voltooid deelwoord?
A
gepraat
B
gepraad

Slide 16 - Quiz

Het kind heeft met de bal ..................(spelen)
A
gespeelt
B
gespeld
C
gespeeld

Slide 17 - Quiz

het voltooid deelwoord van


plakken
A
geplakkt
B
geplakd
C
geplakt

Slide 18 - Quiz

                         hebben of zijn?
Meestal het hulpwerkwoord ‘hebben’.
  • Ik heb een brief geschreven.
  • We hebben veel gelachen.

Je gebruikt ‘zijn’ bij verandering van situatie aangeeft, zoals:  groeien, sterven, verhuizen.
  • Ik ben gegroeid
  • Hij is verhuisd

Slide 19 - Slide

                     Opdracht: stencil
  • Maak nu de opdrachten
  • Succes!

Ben je klaar?
Samen spreken. 

Extra: nt2taalmenu > A2> grammatica> voltooide tijd

Slide 20 - Slide