L9: Sprookjes

pag. 99
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

pag. 99

Slide 1 - Slide

Zoek de 3 verbanden...
timer
0:10
1. Sprookjes
2. Stripverhalen
3. Sciencefiction
pag. 103

Slide 2 - Slide

Wat is er typisch aan...?
1. sciencefiction
2. sprookjes
3. stripverhalen


(Welke elementen vind je bijna altijd terug in deze verhalen?)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Een Kahootje...
--> ga naar Kahoot.it

Slide 5 - Slide

2. Sprookjeskenmerken

Slide 6 - Slide

Oef. 1: 
a. Verbind de sprookjestitels met de fragmenten op pag. 101.


Klaar? --> Markeer de typische sprookjeskenmerken in de fragmenten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

b. Markeer typische sprookjeskenmerken in de fragmenten.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Kenmerken sprookjes
---> trajectwijzer 15.3.1

  • fantasierijke personages
  • goed tegenover kwaad
  • onbepaalde plaats en tijd
  • vaste formulering (er was eens, ze leefden nog lang en gelukkig...)
  • happy end
  • eenvoudige structuur
  • ...

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

3. Unana en de olifant
a. Markeer tijdens het lezen de typische sprookjeskenmerken.

Kader pag. 105:
b. Vul de steekkaart in.
c. Geef bij elk kenmerk een duidelijk voorbeeld. (Verwijs naar de tekst).

Slide 17 - Slide

Boek doorgeven

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

3. Lieflijk of gruwelijk

Slide 21 - Slide

Voor het lezen
Overloop met je buur de afbeeldingen één voor één.
Overleg welke afbeelding je wel/ niet zou kiezen. 

pag. 106

Slide 22 - Slide

Vonden jullie sommige afbeelding te direct of te wreed?

Slide 23 - Slide

Formuleer in drie zinnen je eigen mening over volgende stelling: 'Enge sprookjes voorlezen aan kinderen is geen probleem.'

Slide 24 - Open question

Tijdens het lezen
Lees de tekst op pag. 107
Oef 4:
--> a. Vat de hoofdgedachte samen.
--> b. Noteer de argumenten van de auteur.

Slide 25 - Slide

Maak oef. 5, 6 en 7
---> onderbouw je eigen mening a.d.h.v. 2 argumenten
---> gebruik het schrijfkader
pag. 113

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is het nut van sprookjes?

Slide 28 - Open question

Taak: Sprookjes AI

Slide 29 - Slide