A: Emotionele bindingen: liefde en steun;
Ouders, vrienden.C: Bindingen op het gebied van kennis: van mensen waar je van kunt leren; leraren, trainer sportvereniging, ouders..
E: Bindingen die te maken hebben met bestaansvoorwaarden, zoals werk, eten, huisvesting; betaald werk, ouders.
P: Bindingen die te maken hebben met het bestuur van een samenleving, zoals met een politicus of politieke voorkeur voor een partij; een politicus of politieke partij, of binding met de democratie, dat je belasting moet betalen