les 10 - 3.3d `
Plattegrond
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
This lesson contains 36 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Plattegrond
Slide 1 - Slide
Plattegrond
Slide 2 - Slide
Welkom
Wat moet je pakken?
Etui
Boek deel 1 blz. 185
Schrift
Rekenmachine
'Startopdracht'
Opdracht 41 op blz. 186.
Slide 3 - Slide
Welkom
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel
Uitleg
Opdrachten maken
Leerdoel check
Herhaling
Slide 4 - Slide
Leerdoel
3. Je kunt vergelijkingen zoals 4x + 7 = 6x + 2 oplossen met de balansmethode.
Slide 5 - Slide
Aan de slag
Wat? opdracht 41, 43 45, 47 op blz. 183
Hoe? fluisteren
Hulp? steek je vinger op
Tijd? ... minuten
Klaar? 28, 30, 32, 34 -> nakijken -> laten zien
Slide 6 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 7 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 8 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 9 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 10 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16
41, 43 45, 47
Slide 11 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16 Letters (x) rechts weghalen.
-2x -2x
41, 43 45, 47
Slide 12 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16 Letters (x) rechts weghalen.
-2x -2x
2x + 6 = 16
41, 43 45, 47
Slide 13 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16 Letters (x) rechts weghalen.
-2x -2x
2x + 6 = 16 Losse getallen links weghalen.
-6 -6
41, 43 45, 47
Slide 14 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16 Letters (x) rechts weghalen.
-2x -2x
2x + 6 = 16 Losse getallen links weghalen.
-6 -6
2x = 10
41, 43 45, 47
Slide 15 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16 Letters (x) rechts weghalen.
-2x -2x
2x + 6 = 16 Losse getallen links weghalen.
-6 -6
2x = 10 Delen door getal voor de letter (x).
:2 :2
41, 43 45, 47
Slide 16 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 2x + 16 Letters (x) rechts weghalen.
-2x -2x
2x + 6 = 16 Losse getallen links weghalen.
-6 -6
2x = 10 Delen door getal voor de letter (x).
:2 :2
x = 5 Alles wat in het wit staat moet ik zien, rood mag.
41, 43 45, 47
Slide 17 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 18 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 19 - Slide
Balansmethode
41, 43 45, 47
Slide 20 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 14
41, 43 45, 47
Slide 21 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 14
-6 -6 Losse getal links weghalen.
41, 43 45, 47
Slide 22 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 14
-6 -6 Losse getal links weghalen.
4x = 8
41, 43 45, 47
Slide 23 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 14
-6 -6 Losse getal links weghalen.
4x = 8 Delen door getal voor de x.
: 4 : 4
41, 43 45, 47
Slide 24 - Slide
Balansmethode
4x + 6 = 14
-6 -6 Losse getal links weghalen.
4x = 8 Delen door getal voor de x.
: 4 : 4
x = 2 Witte stukken moet ik zien.
Altijd x = ... of a = ... enz.
41, 43 45, 47
Slide 25 - Slide
Aan de slag
Wat? opdracht 41, 43 45, 47 op blz. 183
Hoe? fluisteren
Hulp? steek je vinger op
Tijd? ... minuten
Klaar? 28, 30, 32, 34 -> nakijken -> laten zien
Slide 26 - Slide
Leerdoelcheck
3. Je kunt vergelijkingen zoals 5b – 6 = 4 oplossen met de balansmethode.
Slide 27 - Slide
Kleine herhaling
Wat is de oppervlakte van de voorkant?
Slide 28 - Slide
Kleine herhaling
Wat is de oppervlakte van de voorkant?
0,5 26 26 = 338 cm²
Wat is de oppervlakte van de achterkant?
⋅
⋅
Slide 29 - Slide
Kleine herhaling
Wat is de oppervlakte van de voorkant?
0,5 26 26 = 338 cm²
Wat is de oppervlakte van de achterkant?
Ook 338 cm²
⋅
⋅
Slide 30 - Slide
Kleine herhaling
0,5 26 26 = 338 cm²
0,5 26 26 = 338 cm²'
Wat is de oppervlakte van de onderkant?
⋅
⋅
⋅
⋅
Slide 31 - Slide
Kleine herhaling
0,5 26 26 = 338 cm²
0,5 26 26 = 338 cm²'
Wat is de oppervlakte van de onderkant?
26 15 = 390 cm²
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
Slide 32 - Slide
Kleine herhaling
0,5 26 26 = 338 cm²
0,5 26 26 = 338 cm²'
26 15 = 390 cm²
Wat is de oppervlakte van de zijkant?
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
Slide 33 - Slide
Kleine herhaling
0,5 26 26 = 338 cm²
0,5 26 26 = 338 cm²'
26 15 = 390 cm²
Wat is de oppervlakte van de zijkant?
15 29 = 435 cm²
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
Slide 34 - Slide
Kleine herhaling
0,5 26 26 = 338 cm²
0,5 26 26 = 338 cm²'
26 15 = 390 cm²
15 29 = 435 cm²
15 29 = 435 cm²
Wat is de oppervlakte van de prisma?
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
Slide 35 - Slide
Kleine herhaling
0,5 26 26 = 338 cm²
0,5 26 26 = 338 cm²'
26 15 = 390 cm²
15 29 = 435 cm²
15 29 = 435 cm²
Wat is de oppervlakte van de prisma?
338 + 338 + 390 + 435 + 435 = 1936 cm²
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
⋅
