les 8 - herhaling tot nu toe

Plattegrond
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

Plattegrond

Slide 2 - Slide

Welkom
Wat moet je pakken?

Etui
Schrift
Rekenmachine
Geodriehoek



'Startopdracht' 

Boek heb je niet nodig.

Slide 3 - Slide

Welkom
Wat gaan we vandaag doen?
             
Herhaling opdrachten maken.



Slide 4 - Slide

Leerdoel
Alles herhalen wat we tot nu toe hebben gehad.

Slide 5 - Slide

Oppervlakte van beide figuren?

Slide 6 - Slide

Oppervlakte parallellogram?

Slide 7 - Slide

Oppervlakte van het figuur?
Inlijsten of verdelen in stukken.

Slide 8 - Slide

Oppervlakte ruimtefiguur

Slide 9 - Slide

Tabel invullen

Slide 10 - Slide

Vergelijking
Welke vergelijking hoor hierbij?

Slide 11 - Slide

Inklemmen
Na hoeveel minuten is het 
vliegtuig op een hoogte van 9000
feet?

Slide 12 - Slide

Kleine herhaling
Wat is de oppervlakte van de voorkant?

Slide 13 - Slide

Kleine herhaling
Wat is de oppervlakte van de voorkant?
0,5   26   26 = 338 cm²
Wat is de oppervlakte van de achterkant?

Slide 14 - Slide

Kleine herhaling
Wat is de oppervlakte van de voorkant?
0,5   26   26 = 338 cm²
Wat is de oppervlakte van de achterkant?
Ook 338 cm²

Slide 15 - Slide

Kleine herhaling
0,5   26   26 = 338 cm²
0,5   26   26 = 338 cm²'
Wat is de oppervlakte van de onderkant?

Slide 16 - Slide

Kleine herhaling
0,5   26   26 = 338 cm²
0,5   26   26 = 338 cm²'
Wat is de oppervlakte van de onderkant?
26   15 = 390 cm²

Slide 17 - Slide

Kleine herhaling
0,5   26   26 = 338 cm²
0,5   26   26 = 338 cm²'
26   15 = 390 cm²
Wat is de oppervlakte van de zijkant?

Slide 18 - Slide

Kleine herhaling
0,5   26   26 = 338 cm²
0,5   26   26 = 338 cm²'
26   15 = 390 cm²
Wat is de oppervlakte van de zijkant?
15   29 = 435 cm²

Slide 19 - Slide

Kleine herhaling
0,5   26   26 = 338 cm²
0,5   26   26 = 338 cm²'
26   15 = 390 cm²
15   29 = 435 cm²
15   29 = 435 cm²
Wat is de oppervlakte van de prisma?

Slide 20 - Slide

Kleine herhaling
0,5   26   26 = 338 cm²
0,5   26   26 = 338 cm²'
26   15 = 390 cm²
15   29 = 435 cm²
15   29 = 435 cm²
Wat is de oppervlakte van de prisma?
338 + 338 + 390 + 435 + 435 = 1936 cm²

Slide 21 - Slide