Tijd en snelheid

Tijd en snelheid
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijd en snelheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Rekenen in 4 domeinen
Getallen: behandeld 
Verhoudingen: periode 2
Meten en meetkunde: periode 3
Verbanden: periode 4

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

vorige les?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van een balk
Inhoud
Van een balk is de inhoud:
lengte x breedte x hoogte

Slide 4 - Slide

Een kubus is een balk met gelijke zijden. De oppervlakte van een kubus is daarom makkelijker uit te rekenen. Je doet 6 x de oppervlakte van één van de vierkanten. Dus: 6 x zijde².

Inhoud van een cilinder
Inhoud
Van een cilinder is de inhoud:
grondoppervlakte x hoogte

Slide 5 - Slide

Een kubus is een balk met gelijke zijden. De oppervlakte van een kubus is daarom makkelijker uit te rekenen. Je doet 6 x de oppervlakte van één van de vierkanten. Dus: 6 x zijde².

Inhoud omrekenen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kan de verschillende tijdseenheden benoemen en weet hoe groot deze zijn.
  • Je kan de verschillende tijdseenheden omrekenen naar dezelfde eenheid
  • Je kan de snelheid uitrekenen aan de hand van afstand en tijd
  • Je kan de verschillende snelheden omrekenen 
  • Je kan toegepast rekenen met tijd en snelheid


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke tijdseenheden ken je?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tijdseenheden 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen van tijd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Jan zijn trein vertrekt om kwart over drie 's middags.
Hoeveel minuten moet Jan nog wachten?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vandaag is het 16 maart welke datum is het over 21 dagen?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel minuten was Arzu sneller dan Thomas op de marathon van Rotterdam?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Snelheid

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met snelheid
snelheid = afstand : tijd
45 m : 15 s = 3 m/s

afstand = snelheid × tijd
35 km/u × 2 u = 70 km

tijd = afstand : snelheid
20 km : 100 km/u = 0,2 u





Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Van uren naar minuten
tijd = afstand : snelheid
20 km : 100 km/u = 0,2 uur

Hoeveel minuten is 0,2 uur?

uren
1
0,1
0,2
min
60
6
12

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Snelheid eenheiden
eenheden van lengte / eenheden van tijd
meter / per seconde 
 kilometer / per uur


3600 seconden is 1 uur
1000 meter is 1 kilometer

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stap voor stap....
Op een weg waar je 80 km/u mag rijden heeft Nadine een boete van € 180,00 gekregen omdat ze te hard reed.
Nadine reed 25 m/s.

Hoeveel euro boete moet Nadine betalen per km/u die ze te hard reed?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nadine reed 25 m/s.
Hoeveel km/u reed ze?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Nadine mocht 80 km/uur, maar ze reed 90km/uur. Hoeveel km/uur reed ze te snel?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Nadine reed 10 km/uur te hard en kreeg een boete van € 180,00 gekregen.
Hoeveel euro boete moet Nadine betalen per km/u die ze te hard reed?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Aan de slag met:
Domein: Verbanden
onderdeel: Hoofdstuk 11  


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Centrale afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd?
Leerdoelen:
  • Je kan de verschillende tijdseenheden benoemen en weet hoe groot deze zijn.
  • Je kan de verschillende tijdseenheden omrekenen naar dezelfde eenheid
  • Je kan de snelheid uitrekenen aan de hand van afstand en tijd
  • Je kan de verschillende snelheden omrekenen
  • Je kan toegepast rekenen met tijd en snelheid



Slide 24 - Slide

This item has no instructions