hv_L6_oefenen §3.3. Politieke partijen

1 / 35
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onder invloed. Wie ben ik?

Wij denken graag dat we zelf onze eigen onafhankelijke koers in het leven bepalen. Maar we worden door van alles en nog wat beïnvloed.
Ook al ben je jezelf, onder invloed van verschillende vrienden laat je verschillende kanten van jezelf zien.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je beste vrienden zijn mensen bij wie je helemaal jezelf kunt zijn. Je voelt je altijd comfortabel in hun buurt, alles gaat makkelijk en je hoeft niet na te denken over hoe je eruitziet of wat je zegt. Ze accepteren je gewoon zoals je bent. 
Maar toch ben je bij de ene vriend of vriendin anders dan bij de andere. Ook als je bij beiden het gevoel hebt dat je jezelf kunt zijn. Je gedrag wordt dus beïnvloed door degene met wie je op dat moment omgaat. 
Met sommige vrienden heb je altijd diepe gesprekken, met andere kun je de hele dag lachen. Onder invloed van je vrienden ben je een serieus persoon, of juist een grappig persoon. En je familie kent je misschien weer op een heel andere manier.
Al die versies zijn toch versies van wie je echt bent. Je probeert niks te verbergen, je bent gewoon jezelf. Je gedrag verandert onder invloed van de mensen om je heen, maar al die versies van jou zitten ergens in je persoonlijkheid. Dan is het alleen maar leuk om verschillende vrienden te hebben om verschillende dingen mee te doen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gebed van vandaag
God,
soms komen we in de verleiding
om dingen te doen
die niet goed zijn
ook al weten we beter.
Wilt u ons helpen om
de juiste keuzes te maken,
zodat we niet in de problemen
of in gevaarlijke situaties komen.
Wees bij de jongeren
die gokverslaafd zijn geraakt.
Geef ze de moed om hulp te zoeken,
en de weg terug te vinden.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lesboek, blz. 79

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

lesboek blz. 82

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


§ 3.3
Politieke Partijen




  1. Actiegroep
  2. Belangengroep
  3. Politieke partij
  4. One-issuepartij
  5. Niet-democratische partij
  6. Representatief







Slide 21 - Slide

This item has no instructions

§3 Politieke partijen: Lezen § 3 en begrijppenlijst maken.
Opgaven maken: §3: (F) 1, 2, 5 en 6 en (V) 7, 8, 9 tot en met 12, 14 en 15.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

WAT HOORT BIJ WAT? 
§3.3 Werkboek opdracht 11

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Progressief
Sociaaldemocratie
Ideologie
Niet-dempocratische partij
Ecologisme
Politiek vooruitstrevend en voor verandering van de samenleving. 
Een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. 
De standpunten zijn strijdig met de rechtsstaat. 
Goed zorgen voor de aarde is de belangrijkste taak van de mens. 
Het streven is om de ongelijkheid in de samenleving te verminderen. 

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Conservatief
Liberalisme
Politieke partij 
One-issuepartij 
Christen-democratie 
Op sociaaleconomisch gebied zit deze stroming in het midden
Eén aspect van de samenleving staat centraal. 
Vergroten van persoonlijke en economische vrijheid. 
Het is de taak om keuzes te maken in het algemeen belang. 
Benadrukt meer datgene wat bereikt is. 

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

§3.2 Werkboek #14. Welke partij?
Hieronder staan allerlei omschrijvingen en plannen van politieke partijen. Schrijf steeds op om welke partij of partijen het zou kunnen gaan. Raadpleeg zo nodig internet en bekijk de verschillende verkiezingsprogramma’s op de websites van de partijen of kijk op bladzijde 82-83 van je lesboek.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Combineert haar conservatieve geloofsachtergrond met linkse standpunten.
Heeft vooral aanhang in de zogenoemde ‘biblebelt.
Wil winkels gesloten houden op zondag. 
De grootste christelijke partij in de Kamer.
Deze partij hoorde  vroeger tot ‘de grote drie’.
Wil gezinshereniging van migranten sterk beperken.
Wil een nieuwe kerncentrale in Nederland bouwen..

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Deze partij wil dat de premier rechtstreeks wordt gekozen. 
De partij met het grootste aantal zetels in de Tweede Kamer
Is typisch liberaal.
Is voor gratis kinderopvang (vier dagen).
Wil gezinshereniging van migranten sterk beperken.
Wil een nieuwe kerncentrale in Nederland bouwen..
Is voor meer overdracht van bevoegdheden naar Europa.
Is bekend om voorstellen voor de wietwet, donorwet en de voltooid-levenwet.

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Is voor gratis kinderopvang (vier dagen).
Is voor afschaffing van de bio-industrie.
Mensen die meer dan 150.000 euro verdienen moeten 60 procent belasting betalen.
Vlees, vis, eieren en zuivel moeten een hoger btw-tarief krijgen.
Deze partij hoorde vroeger tot ‘de grote drie’.

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Wil de AOW-leeftijd weer verlagen naar 65 jaar.
Wil gezinshereniging van migranten sterk beperken
Wil een nieuwe kerncentrale in Nederland bouwen..
Deze partij wil dat de premier rechtstreeks wordt gekozen. 
Wil dat Nederland uit de EU stapt.

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

3.2 Politieke partijen, Werkboek opdracht 15. 
Zoek de begrippen bij elkaar. Maak deze opdracht met een medeleerling. Hieronder staan 24 begrippen die je in het juiste vak moet plaatsen.
Zoek de begrippen bij elkaar
Hieronder staan 24 begrippen die je in het juiste vak moet plaatsen.

SP POLITIEKE MIDDEN CDA
PERSOONLIJKE VRIJHEID SGP ANTI-IMMIGRATIE
MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD RECHTS ACTIEVE ROL OVERHEID
GELOOF VERZORGINGSSTAAT NATIONALISME
GELIJKWAARDIGHEID AFKEER VAN ELITE CONSERVATIEF
VVD PVDA BELANGEN 'GEWONE' BURGERS
KENT GEEN IDEOLOGIE EIGEN INITIATIEF LINKS
VRIJEMARKTECONOMIE BEPERKTE ROL OVERHEID PVV

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Populisme: -> kies zeven begrippen bij elkaar

PERSOONLIJKE VRIJHEID - ANTI-IMMIGRATIE - MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD - RECHTS - ACTIEVE ROL OVERHEID - VERZORGINGSSTAAT - NATIONALISME - GELIJKWAARDIGHEID - AFKEER VAN ELITE - CONSERVATIEF - VVD - PVDA - BELANGEN 'GEWONE' BURGERS - KENT GEEN IDEOLOGIE - EIGEN INITIATIEF - LINKS - PVV

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Populisme: -> kies zeven begrippen bij elkaar

1. SP - 2. POLITIEKE MIDDEN - 4. PERSOONLIJKE VRIJHEID - 6. ANTI-IMMIGRATIE
7. MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD - 8. RECHTS - 9. ACTIEVE ROL OVERHEID -
11. VERZORGINGSSTAAT - 12. NATIONALISME - 13. GELIJKWAARDIGHEID - 14. AFKEER VAN ELITE - 15. CONSERVATIEF - 16. VVD - 17. PVDA - 18. BELANGEN 'GEWONE' BURGERS - 19. KENT GEEN IDEOLOGIE - 20. EIGEN INITIATIEF - 21. LINKS - 22. PVV

Slide 34 - Open question


Populisme:
kent geen ideologie
afkeer van elite
nationalisme
belangen ‘gewone’ burgers
PVV
anti-immigratie

Waarom stemt iemand op een bepaalde partij?

Slide 35 - Open question

Waarom stemt iemand op een bepaalde partij?
Motieven kunnen onder meer zijn:
a. de standpunten van de partij;
b. financiële en economische belangen;
c. de mate waarin de partij politieke macht kan uitoefenen (strategische overwegingen);
d. levensovertuiging;
e. beïnvloeding door anderen;
f. de lijsttrekker of andere kandidaten op de kieslijst;
g. het imago van de partij.
Discussievraag: door welke factoren zou iemand zijn keuze eigenlijk het meest moeten laten bepalen?