1-4-2020 2 TL

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Woensdag 1 april

Nederlands

Duits

ICT

CKV

Nederlands

Maandag en dinsdag heb je opdracht 1 t/m 4 gemaakt van H5 paragraaf lezen. 

Eerst kijken we nog even een filmpje over tekstverbanden en signaalwoorden en daarna volgen een aantal vragen om te kijken of jullie de stof hebben begrepen. 

'Dat geldt vooral voor taken waarbij je steeds hetzelfde moet doen, zoals folders rondbrengen of bollen pellen.'
1 Wat is het signaalwoord in deze zin?
2 Welk verband hoort hierbij?

1. 1. dat 2. toelichtend verband
2. 1. zoals 2. toelichtend verband
3. 1. dat 2. opsommend verband
4. 1. zoals 2. opsommend verband

'Volgens De Vos zijn de bijbaantjes niet altijd onschuldig, omdat ze soms gevaarlijk zijn en ten koste gaan van school.'
1. Wat is het signaalwoord in deze zin?
2. Welk verband hoort hierbij?

1. 1. omdat 2. redengevend
2. 1. omdat 2. toelichtend
3. 1. volgens 2. redengevend
4. 1. volgens 2. toelichtend

'Als ze dat doen, dan is dat volgens het onderzoek van De Vos bijna altijd op naam van een ouder, broer of zus.'
1. Wat is het signaalwoord in deze zin?
2. Welke verband hoort hierbij?

1. 1. volgens 2. chronlogisch
2. 1. volgens 2. voorwaardelijk
3. 1. als..dan 2. chronologisch
4. 1. als..dan 2. voorwaardelijk

'Het verdiende geld wordt uitgegeven aan telefoons, uitgaan, computerspelletjes en kleding'
Wat is het verband in deze zin?

1. chronologisch verband
2. opsommend verband
3. redengevend verband
4. tegenstellend verband

Leg in eigen woorden uit wat signaalwoorden zijn.

Leg in eigen woorden uit wat tekstverbanden zijn.

Huiswerk Nederlands

Maak de extra opdracht signaalwoorden in Teams of oefen nog eens met tekstverbanden en signaalwoorden op: https://maken.wikiwijs.nl/76964/Tekstverbanden_en_signaalwoorden#!page-1952497

Duits

Vandaag moeten alle opdrachten van kapitel 5 af zijn.
Als je dit nog niet helemaal af hebt, maak je het dus af.

In Teams en via de mail heb ik jullie een document gestuurd met oefeningen van kapitel 5 hier ga je vandaag mee aan de slag.

ICT

Je gaat verder met het omzetten van je werkstuk naar presentatie. 

Handvaardigheid

Je gaat verder met de opdracht die je hebt gekregen van mevrouw Sevim. Vergeet niet om de opdracht te mailen, als je klaar bent.