Prijsvorming - marktevenwicht

Leerdoelen
  •  Je leert hoe je het marktevenwicht kunt bepalen (Ep en Eq)
  • Je leert hoe 'de onzichtbare hand' een aanbod/vraagoverschot weer in eventwicht zal brengen
  • Je leert hoe verschuivingen van het aanbod of de vraag het totale surplus zal beïnvloeden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen
  •  Je leert hoe je het marktevenwicht kunt bepalen (Ep en Eq)
  • Je leert hoe 'de onzichtbare hand' een aanbod/vraagoverschot weer in eventwicht zal brengen
  • Je leert hoe verschuivingen van het aanbod of de vraag het totale surplus zal beïnvloeden

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken
Paragraaf 2.4 en paragraaf 2.5
Opdracht 27 t/m 36

Slide 2 - Slide

Actualiteit

Slide 3 - Slide

Ondernemers in de evenementenbranche noemen de heropening een 'schijnvertoning'. Leg hun standpunt uit met het begrip 'break even'

Slide 4 - Open question

Deze ondernemers hebben de afgelopen twee jaar amper evenementen georganiseerd. Hoe kan het dat zij nog bestaan?

Slide 5 - Open question

Vraagoverschot
Vraagoverschot

  • Bij P = 20
  • Qa = 3.750
  • Qv = 6.000

Wat zal er met de prijs gebeuren bij een vraagoverschot?

Slide 6 - Slide

Wat zal er met de prijs gebeuren bij een vraagoverschot?
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 7 - Quiz

Bij een P = 20 (vraagoverschot) zullen de aanbieders al hun producten uitverkopen. Toch zijn zij niet blij met deze situatie (vraagoverschot). Leg dit uit

Slide 8 - Open question

Vraagoverschot
Aanbodoverschot

  • Bij P = 35
  • Qa = 7.500
  • Qv = 3.000

Wat zal er met de prijs gebeuren?

Slide 9 - Slide

Wat zal er met de prijs gebeuren bij een aanbodoverschot?
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 10 - Quiz

Marktevenwicht berekenen met formules
Qv = 10.000 - 200p
Qa = 250p - 1.250

Qa = Qv
250p - 1.250 = 10.000 - 200p
450p = 11.250
Ep = 25

Eq (hoeveelheid)-->  Ep invullen in formule(s)

Qv = 10.000 - 200 * 25 = 5000 stuks 
 

Slide 11 - Slide

Wat is waar over het consumentensurplus?
A
Laat het collectieve voordeel zien van de consumenten
B
De oppervlakte van dit surplus is een rechthoek
C
Is het gebied tussen de evenwichtsprijs en het ontstaan van de vraag
D
De oppervlakte van een surplus is een driehoek

Slide 12 - Quiz

Van prijsevenwicht naar totale surplus
Evenwichtsprijs (Ep) = € 25
Evenwichtshoeveelheid = 5.000 stuks

CS = (€ 50 - € 25) * 5000 * 0,5) = € 62.500
PS = ( € 25 - € 5) * 5000 * 0,5) = € 50.000 

Totale surplus bij Ep = € 62.500 + € 50.000= € 112.500


Slide 13 - Slide

Actualiteit

Slide 14 - Slide

Hogere gasprijs verhoogt MK aanbieder

Ep van € 25 naar 30
Eq van 5.000 stuks naar 4.000 stuks

Totale surplus kleiner geworden!

Slide 15 - Slide

 Door subsitutie product daalt vraag naar dit product 

Ep van € 25 naar € 20
Eq van 5.000 naar 3.750 


Slide 16 - Slide

Paragraaf 3.1 + 3.2
Opdracht 1 t/m 6
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Toepassingsvragen
Opdracht 8 + Opdracht 11

 Opdracht 9 + Opdracht 12

Opdracht 13 

Opdracht 10



Slide 18 - Slide