1.3 Zinken, zweven en drijven (10-11)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom

Doe je telefoon in de telefoonbak, zoek een plek om te zitten en

pak je spullen.

Lesplanning

- leerdoelen

- Uitleg 1.3

- Aan de slag

- Afsluiten

Antwoorden
Magister - ELO - bronnen - gedeelde documenten - H1 stoffen.

Klaar met alle opdrachten van een paragraaf? Dan kun je thuis of in de les nakijken.

Leerdoelen

- Ik kan uitleggen hoe het kan dat voorwerpen zinken, zweven of drijven.

- Ik kan het volume berekenen en weet welke formule daarbij hoort.

- Ik kan de dichtheid berekenen en weet welke formule daarbij hoort.

- Ik weet hoe ik het volume kan berekenen van een onregelmatig voorwerp
  met behulp van de onderdompelmethode.

- Ik weet de vijf stappen die ik moet gebruiken bij een berekening en kan deze

  in de juiste volgorde gebruiken.

Wanneer blijft iets drijven?

Of een voorwerp zinkt of drijft in water hangt af van de dichtheid:

Zinken: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water.

Zweven: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water.

Drijven: de dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water.

BINAS vmbo-kgt tabel 15

Waar kan ik de dichtheid van stoffen vinden

BiNaS tabel 15!

Opdracht: 

1 Zoek de dichtheid op van water

2 Zoek twee stoffen met een hogere dichtheid dan water

3 Zoek twee stoffen met een lagere dichtheid dan water

Wanneer blijft iets drijven?

Demonstratie zinken, zweven en drijven!

Aan de slag

Lezen

§1.3 Het molecuulmodel (blz. 17)

Maken
Opdracht 1 t/m 7

Ben je klaar?

Dan kies je uit een van onderstaande keuzes om te doen.

Verder werken

Lezen: heel §1.3

Maken: opdracht 8 t/m 14

Hulp nodig? Vraag eerst buurman of buurvrouw dan mij!

Hoe bereken je de dichtheid?

Eerst moet je weten:

De massa en het volume

Massa: met weegschaal

Volume: van rechthoekig blokje = lengte x breedte x hoogte (l x b x h)

Hoe bepaal je het volume van een onregelmatige vorm?

Onderdompelmethode!

1 mL = 1 cm3

Hoe bereken je de dichtheid?

Hoe bereken je de dichtheid?

Aan de slag

Lezen

§1.3 l (blz. 17 en 18)

Maken
Opdracht 8 t/m 14

Ben je klaar?

Dan kies je uit een van onderstaande keuzes om te doen.

Verder werken

Lezen: heel §1.3

Maken: opdracht 15 t/m 18 

Hulp nodig? Vraag eerst buurman of buurvrouw dan mij!

Welke eenheden gebruik je?

Eenheden staan ook in de BiNaS!

Welke eenheden gebruiken we vaak?

Aan de slag

Lezen

§1.3  (blz. 19)

Maken
Opdracht 15 t/m 18

Ben je klaar?

Dan kies je uit een van onderstaande keuzes om te doen.

Verder werken

Lezen: heel §1.3

Maken: opdracht 19 t/m 24 

Hulp nodig? Vraag eerst buurman of buurvrouw dan mij!

Hoe reken je met dichtheid?

Aan de slag

Lezen

§1.3  (blz. 19)

Maken
Opdracht 19 t/m 24

Ben je klaar?

Dan kies je uit een van onderstaande keuzes om te doen.

Verder werken

Lezen: heel §1.3

Maken: samenvatting van paragraaf 1.3

Hulp nodig? Vraag eerst buurman of buurvrouw dan mij!

Hoe reken je met dichtheid?

Afsluiten

Zijn er vragen?

Volgende les:

Opruimen

Fijne dag!