1.3 zinken, zweven, drijven

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1.3: Zinken, zweven & drijven

Doel van par 1.3:

• kunnen uitleggen wat zinken/zweven en drijven is met behulp van het begrip dichtheid 
• weten dat je massa met een balans/weegschaal meet
• weten hoe je het volume van een balk berekent
• weten hoe je volume van onregelmatig voorwerp met de onderdompelmethode bepaalt 

lesopbouw:

• Planning en doelen bespreken. 
• Herhalen vorige keer
• Vragen huiswerk. 
• Hoe ver zijn we in de planning?
• Uitleg zinken/zweven/drijven 
• Simulator
• Zelfstandig werken. 

Een blok met een oppervlakte van 12 m² en een massa van 300 kg ligt op het ijs. Het ijs kan maar maximaal 22 Pa aan druk hebben. Laat met een berekening zien of dit ijs wel of niet breekt.   

Wanneer neemt de gasdruk toe? (betekent: wordt groter)

1. wanneer je het gas samenperst
2. wanneer de temperatuur hoger wordt
3. wanneer de temperatuur lager wordt
4. A & B zijn allebei goed

Zinken, zweven, drijven

1. zinken: dichtheid voorwerp> dichtheid vloeistof 
   
   
2. zweven: dichtheid voorwerp = dichtheid vloeistof
   
   
   
3. drijven: dichtheid voorwerp < dichtheid vloeistof

Vissen behouden dezelfde dichtheid van water (1.00 g/cm3) door middel van hun zwemblaas--> ze zweven

Onderdompelmethode

Leg uit waarom het ene blikje
cola zinkt en het andere drijft

Waarom drijft ijs op water?

phet.colorado.edu

Zelfstandig werken

Wat?  Lees blz. 17 en maak opgave 1 tot en met 7

Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep

Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 

Tijd? 15 minuten. 

Klaar? Nakijken

Daarna kun je oefenen met berekenen van druk via de link in de studiewijzer.