3M3 13-2

Welkom!

1) Ga rustig zitten volgens de plattegrond, 
2) Pak je leesboek,
lesboek Nederlands, schrift en een pen
3) Start met 10 minuten lezen in stilte.
timer
10:00
Geen leesboek?
Strafwerk: overschrijven zinnen, minimaal 40x. Blaadjes liggen op het bureau.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

1) Ga rustig zitten volgens de plattegrond, 
2) Pak je leesboek,
lesboek Nederlands, schrift en een pen
3) Start met 10 minuten lezen in stilte.
timer
10:00
Geen leesboek?
Strafwerk: overschrijven zinnen, minimaal 40x. Blaadjes liggen op het bureau.

Slide 1 - Slide

Programma

  • Huiswerk opdracht 2 H5: nakijken als het gedaan is
  • Individueel: mail met jouw mening over beste oplossing voor straatroven IJburg
  • Groepsopdracht boek: Maken opdrachten bij tekst 1 en 2 oefenboek 





Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 5 
Leesvaardigheid:
Meningen, argumenten en conclusie

Slide 3 - Slide

DOEL

- je kunt signaalwoorden herkennen en goed gebruiken wanneer je iets schrijft of zegt.

- je kunt een mening (standpunt) in een tekst herkennen en duidelijk verwoorden.

- je kunt een argument (reden) in een tekst herkennen en goed verwoorden als je je mening geeft

- je kunt een conclusie in een tekst herkennen en goed verwoorden als je iets schrijft of zegt.

Slide 4 - Slide

Een personage en jij
Vorige les: stilgestaan bij de personages in het verhaal dat je leest
Nu: Herken jij je in één van de personages? Waarom wel/niet?Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jullie?

Slide 5 - Slide

Golf van straatroven in IJburg
Lees het uitgedeelde nieuwsbericht

Slide 6 - Slide

Bevat het artikel een mening/meningen?
A
Ja, namelijk ….
B
Nee, er wordt alleen informatie gegeven

Slide 7 - Quiz

Wat is een mening (standpunt)?
A
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee eens.
B
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee oneens.
C
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er eens of oneens mee zijn.
D
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er niets van zeggen.

Slide 8 - Quiz

Wat is een argument (reden)?
A
Een uitleg waarmee je een feit verdedigt.
B
Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
C
Een uitleg waarmee je een reden verdedigt.
D
Iets wat je moet controleren.

Slide 9 - Quiz

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 10 - Slide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

- signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening...


Voorbeeld van een mening (standpunt):

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 11 - Slide

Opdracht (individueel)
Wat is volgens jou een goede oplossing/moet er gebeuren om de straatroven op IJburg te verminderen? 

Maak een zakelijke e-mail die je stuurt naar de redactie van HvN

1. Aanhef

2. Inleiding: wie je bent, aanleiding, doel e-mail

3 Middenstuk: je mening onderbouwd door minimaal twee argumenten

4. Slot: conclusie + goede slotzin

5. Afsluitende groet + naam

Gebruik volledige, correcte zinnen en passende signaalwoorden.

Gebruik de theorie op blz. in je boek!



timer
5:00

Slide 12 - Slide

Groepsopdracht:  opdr 1 + 2 oefenboek (kopietjes)
Je werkt in groepjes van 3 of 4 personen
Ieder heeft minimaal één rol:
- voorzitter
- notulist
- tijdbewaker
- woordenboek/opzoeker
Verder doet elk teamlid even goed mee aan het beantwoorden van de vragen.
 
Op tijd inleveren + voldoende voor de opdracht levert +0,2 op voor de leestoets.
LET OP! Weinig inzet of negatieve rol in groep/les = uit de groep, dus strafwerk en + 0.0.

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Afronden les 


Iedereen helpt mee om het lokaal netjes achter te laten

Slide 14 - Slide

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 15 - Open question