Week 2B - P2 - Licht op de verlichting

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6

Nieuwe ideeën, nieuwe tijden

Paragraaf 2: .  Licht op de verlichting

Welkom bij geschiedenis!

Onze afspraken

1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
4. Vertrouwen

Lesplanning

• Lesdoelen
• Herhaling en vragen
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoel vragen
• bespreken lesdoelen

Lesplanning en huiswerk

Lesdoelen en opdracht

Oefenvragen

Instructie

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Huiswerk

Maken: §3 - (t/m 6b)

Leren: §3.1+3.2

Wanneer inleveren:   Voor de volgende les

Waar inleveren:           tijdvoorgeschiedenis.nl

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Lesdoelen

• Je kunt het nieuwe (revolutionaire) wetenschappelijke denken uitleggen aan de hand van voorbeelden.
• Je kunt denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen uitleggen.

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Frankrijk is nu een republiek, wat is een republiek?

1. Een republiek is een land zonder burgers
2. Een republiek is een land zonder geloof
3. Een republiek is een land zonder koning
4. Een republiek is een land zonder armoede

Wie weigerden belastingen te betalen en vonden dat het de verantwoordelijkheid van het volk was?

1. De staatskas
2. Versailles
3. Het volk
4. Adel en geestelijkheid

Wat was geen stand uit de standenmaatschappij?

1. Adel
2. Geestelijken
3. Boeren
4. Bourgeoisie

Wat is GEEN reden voor de lege staatskas en toenemende staatsschuld?

1. Het luxe hofleven in Versailles
2. Adel en geestelijkheid weigerden belastingen te betalen
3. Verschillende oorlogen
4. Het geld werd minder waard door tegenvallende handel.

Wat waren de belangrijkste redenen voor ontevredenheid onder burgers?

1. Gebrek aan inspraak in het bestuur, ongelijke rechtspraak, gebrek aan aandacht voor de handel
2. Alle standen hadden dezelfde rechten en kansen
3. Privileges van de 1e en 2e stand, vrijstelling van belastingen, herendiensten
4. Overvloedige aandacht voor de handel

Wat waren herendiensten?

1. Geen arbeid voor de landheer
2. Vrijwillige arbeid voor de landheer
3. Betaalde arbeid voor de landheer
4. Verplichte, onbetaalde arbeid voor de landheer

standenmaatschappij is

1. een maatschappij waar iedereen gelijke rechten heeft
2. Een maatschappij die is opgedeeld in twee standen; Vrije rijke mensen en arme niet rijke mensen.
3. Een maatschappij die is opgedeeld in drie standen: , Geestelijkheid, Adel en Burgers
4. Ee maatschappij die bestaat uit Adel, Geestelijken, boeren en burgers, maar de koning is de baas

Wat gebeurde er met het leger door te weinig investeringen?

1. Het leger werd sterker
2. Het leger werd goed uitgerust
3. Het leger raakte verzwakt
4. Het leger werd gereorganiseerd

Welke groep had veel politieke macht en zorgde ervoor dat wetten van de koning niet overal werden doorgevoerd?

1. Geestelijken
2. Adel
3. Ambtenaren
4. Leger

Sleep de onderdelen van de standensamenlevingnaar de juiste plek.  

Geestelijken

Edelen

Boeren en burgers

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

Wat is een revolutie?

1. Een kleine verandering waar veel mensen mee te maken hebben.
2. Een kleine verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
3. Een grote verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
4. Een grote verandering waar veel mensen mee te maken hebben.

Wat is Continuiteit

1. Een situatie waarin alles hetzelfde blijft
2. Een situatie waarin dingen anders verlopen
3. Een situatie waarin dingen niet lopen zoals geplanned
4. Een situatie waarin dingen lopen zoals geplanned

Wat is centralisatie?

1. Besturen vanuit één plek
2. Zelfvoorzienend
3. Feodalisme
4. Overal dezelfde wetten

Wat is het absolutisme?

1. De koning heeft alle macht en hoeft enkel verantwoording af te leggen aan God
2. De koning heeft alle macht, ministers zijn er om te adviseren
3. De koning laat de adel in Versailles wonen om zo zijn macht uit te oefenen
4. De koning kan alleen beslissen om oorlogen te voeren

Gebruik je verstand!

• Overheid stimuleert wetenschap 
• Nieuwe onderzoeksmethoden en wetenschappelijke instrumenten
• Kijken en leren van de natuur
• Tegen bijgeloof en onwetendheid
• Ratio = gezond verstand
• Natuurwettten en de maatschappij
• Verlichting

Begrippen:

• Ratio
• Verlichting

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Kritiek op de kerk

• Geloof belangrijk in het dagelijks leven
• Wetenschap had kritiek.
• Erasmus: 'Christendom moest af van rijkdom en terug naar de basis'
• Voltaire: God als horlogemaker.
• Filosofen vluchten naar de Republiek om de gewetensvrijheid

Begrippen:

• Erasmus
• Voltaire

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Opdracht(en)

Maken: §3 -  Licht op de verlichting

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Huiswerk

Maken: §3 - (t/m 6b)

Leren: §3.1+3.2

Wanneer inleveren: Voor de volgende les

Waar inleveren: tijdvoorgeschiedenis.nl

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting

Leerdoelencheck!

Wat betekent Ratio?

1. Onwetendheid
2. Gezond verstand
3. Bijgeloof
4. Natuurwetten

Wat is een van de doelen van de overheid in relatie tot wetenschap?

1. Beperken van wetenschappelijke vooruitgang
2. Promoten van bijgeloof
3. Stimuleren van nieuwe onderzoeksmethoden en wetenschappelijke instrumenten
4. Ontmoedigen van natuurstudie

Hoe vergeleek Voltaire God?

1. Voltaire vergeleek God met een horlogemaker.
2. Voltaire vergeleek God met een leraar.
3. Voltaire vergeleek God met een koning.
4. Voltaire vergeleek God met een boer.

Wat was de visie van Erasmus op het christendom?

1. Erasmus vond dat het christendom nog rijker moest worden.
2. Erasmus vond dat het christendom niets hoefde te veranderen.
3. Erasmus vond dat het christendom af moest van rijkdom en terug moest naar de basis.
4. Erasmus vond dat het christendom de basis moest negeren.

Waarom vluchtten filosofen naar de Republiek?

1. Politieke onrust
2. Economische kansen
3. Religieuze onderdrukking
4. Gewetensvrijheid

Lesdoelen

• Je kunt het nieuwe (revolutionaire) wetenschappelijke denken uitleggen aan de hand van voorbeelden.
• Je kunt denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen uitleggen.

• Lesplan
• Lesdoelen
• Herhaling
• Instructie
• Opdracht(en)
• Lesdoelvragen
• Afsluiting