Wiskunde quiz afsluiting jaar (van alles wat)

      De grote wiskundequiz!
1 / 50
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

      De grote wiskundequiz!

Slide 1 - Slide

Omrekenen.
1km= .... m
timer
0:20
A
100 m
B
100hm
C
1000m
D
100cm

Slide 2 - Quiz

Afronden op een heel getal:
7,61
timer
0:20
A
7
B
8
C
7,5
D
7,6

Slide 3 - Quiz

Afronden op een duizendtal
2651 ≈
timer
0:20
A
2000
B
3000
C
2600
D
2700

Slide 4 - Quiz

Welke lijnen zijn
evenwijdig aan
elkaar?
timer
0:20
A
a en d
B
b en c
C
a en f
D
b en d

Slide 5 - Quiz

Hoeveel zijn de
drie piramides
bij elkaar?
timer
0:20
A
8
B
16
C
24
D
34

Slide 6 - Quiz

Hoeveel betaal je in totaal als je twee acttracties doet?
timer
0:20
A
15
B
5
C
20
D
17,50

Slide 7 - Quiz

Welk wiskundig ruimtefiguur?

Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
kubus
C
puzzel
D
kegel

Slide 8 - Quiz


Wat voor ruimtefiguur is dit?
timer
0:20
A
balk
B
prisma
C
piramide
D
kubus

Slide 9 - Quiz

Welk getal staat hier?
XVIII
timer
0:20
A
17
B
18
C
28
D
23

Slide 10 - Quiz

Hoeveel eet het blauwe mannetje?
timer
0:20
A
1/2 deel
B
1/8 deel
C
1/4 deel
D
1/1 deel

Slide 11 - Quiz

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?
timer
0:20
A
Noemer
B
Teller
C
Deler
D
Rest

Slide 12 - Quiz

122 + 78 =
timer
0:20
A
210
B
200
C
54
D
44

Slide 13 - Quiz

Hoe laat is het?
timer
0:20
A
5 uur
B
half 8
C
kwart voor 4
D
10 over half 5

Slide 14 - Quiz

Hoeveel in procenten?
timer
0:20
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 15 - Quiz

Waar zijn de kijklijnen goed getekend?
timer
0:20
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij alledrie

Slide 16 - Quiz

Oefening 1: Welke driehoek
is een
rechthoekige
driehoek?

A
ΔABC
B
ΔDEF
C
ΔKLM
D
ΔPQR

Slide 17 - Quiz

Wat is het startgetal?
A
-2
B
3
C
0
D
5

Slide 18 - Quiz

Wat is het hellingsgetal?
A
+0
B
+17
C
+68
D
-1

Slide 19 - Quiz

Wat is het startgetal?
A
-1
B
2
C
0
D
-2

Slide 20 - Quiz

Wat is het startgetal?
Kijk goed!
A
60
B
20
C
40
D
1

Slide 21 - Quiz

Hoe bereken de oppervlakte van een ruimtefiguur?
A
lengte x hoogte x breedte
B
oppervlakte zijde x 4
C
De oppervlaktes van alle grensvlakken optellen
D
zijde x hoogte x 2

Slide 22 - Quiz

Deze ruimtefiguur is een ...
A
bol
B
balk
C
kegel
D
cilinder

Slide 23 - Quiz

Dit ruimtefiguur is een...….
Dit ruimtefiguur is een...
A
Kubus
B
Balk
C
Piramide
D
Bol

Slide 24 - Quiz

Hoe bereken je de oppervlakte
met inlijsten?

A
driehoek 1 +driehoek 2 +driehoek 3
B
lengte x hoogte : 2
C
opp. rechthoek - oppervlaktes van de driehoeken
D
lengte x breedte

Slide 25 - Quiz

Dit ruimtefiguur is een . . .
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
timer
0:20
A
balk
B
bol
C
pyramide
D
cilinder

Slide 26 - Quiz


¼ deel is hoeveel procent
A
40%
B
4%
C
14%
D
25%

Slide 27 - Quiz


Wat is ⅛ in procenten?
A
25%
B
12,5%
C
80%
D
8%

Slide 28 - Quiz


Welk vlakke figuur is dit?
A
Ruit
B
Diamant
C
Vlieger
D
Gewone/onregelmatige vierhoek

Slide 29 - Quiz

Vlakke figuren hebben ...
A
1 dimensie
B
2 dimensies
C
3 dimensies
D
4 dimensies

Slide 30 - Quiz

Welk vlakke figuur is dit?
A
Gewone vierhoek
B
Trapezium
C
Vierkant
D
rechthoekig

Slide 31 - Quiz

Wat is geen vlak figuur?
A
Cirkel
B
Trapezium
C
Rechthoekige driehoek
D
Prisma

Slide 32 - Quiz

Welk vlakke figuur is dit?
A
Cirkel
B
Rondje
C
Ellips
D
cirkelvormig trapezium

Slide 33 - Quiz

Hoe noem je dit vlakke figuur?
A
ruit
B
wiebertje
C
parallellogram
D
rechthoek

Slide 34 - Quiz

Hoe zat het ook alweer met straal en diameter?
A
straal = 2 x diameter
B
diameter = 2 x straal

Slide 35 - Quiz

Is de blauwe lijn hier de diameter of de straal?
A
Diameter
B
Straal

Slide 36 - Quiz

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
A
15 cm^2
B
6 cm^2
C
12 cm^2
D
7,5 cm^2

Slide 37 - Quiz

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
520
B
546
C
504
D
480

Slide 38 - Quiz

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
A
30
B
60
C
Je hebt niet genoeg gegevens om de oppervlakte te berekenen

Slide 39 - Quiz

Wat is de oppervlakte
van dit parallellogram?
A
18 * 20 = 360
B
18 * 16 = 288
C
20 * 16 = 320
D
18 * 16 : 2 =144

Slide 40 - Quiz

Oppervlakte driehoek =
A
zijde x bijbehorende hoogte
B
Zijde x bijbehorende hoogte : 2
C
zijde x lengte
D
schuine zijde x basis

Slide 41 - Quiz

Oppervlakte driehoek
A
12 cm2
B
6 cm2
C
10 cm2
D
7,5 cm2

Slide 42 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de parallellogram?
A
15 x 10 = 150
B
0,5 x 15 x 10 = 75
C
25 x 10 = 250
D
0,5 x 25 x 10 = 125

Slide 43 - Quiz

Omtrek cirkel 
Omtrek cirkel =     x diameter

Oppervlakte cirkel =     x straal x straal
π
π

Slide 44 - Slide

Mijn cirkel heeft een straal van 8 cm, de omtrek is ..... cm (afronden op 1 decimaal)
A
25,1cm
B
50,3cm
C
201,1cm

Slide 45 - Quiz

Mijn cirkel heeft een straal van 8 cm, de oppervlakte is ..... (afronden op 1 decimaal)
A
201,1cm2
B
25,1cm2
C
50,3cm2

Slide 46 - Quiz

Afronden op een heel getal:
7.6
A
7
B
8
C
7.5
D
6

Slide 47 - Quiz

3,475 afronden op een decimaal =
A
3,47
B
3,48
C
3,4
D
3,5

Slide 48 - Quiz

afronden op 2 decimalen:
4,56734
A
4,56
B
4,6
C
4,567
D
4,57

Slide 49 - Quiz

Afronden op een 2 decimalen betekent:
een antwoord met:
A
2 cijfers achter de komma
B
een geheel getal
C
4 cijfers achter de komma
D
een deelstreep

Slide 50 - Quiz