H8

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

In een arm land is de grootste sector
A
de landbouw
B
de industrie
C
de diensten

Slide 8 - Quiz

Een arm land wordt gekenmerkt door
A
een hoog geboortecijfer
B
een laag geboortecijfer

Slide 9 - Quiz

De bevolkingsopbouw van een arm land heeft de vorm van
A
urn
B
granaat
C
piramide

Slide 10 - Quiz

Het HDI bestaat uit
A
BNP/hoofd, geboortecijfer en levensverwachting
B
BNP/hoofd, analfabetisme en levensverwachting
C
BNP/hoofd, geboortecijfer sterftecijfer
D
analfabetisme, geboortecijfer sterftecijfer

Slide 11 - Quiz

Zuid- Korea heeft een hogere HDI dan Brazilie
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Zuid-Korea heeft een een lager percentage analfabeten dan Brazilië
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Door het grootgrondbezit heeft Brazilie
A
een hoge urbanisatiegraad
B
een lage urbanisatiegraad

Slide 19 - Quiz

Importsubstitutie wil zeggen
A
dat een land producten gaat importeren
B
dat een land producten gaat exporteren
C
dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken)
D
dat een land niet meer wil exporteren

Slide 20 - Quiz

Bij importsubstitutie
A
worden invoerheffingen ingesteld
B
wordt vrijhandel toegepast

Slide 21 - Quiz

Een nadeel van importsubstitutie is
A
producten zijn moeilijk verkrijgbaar
B
producten gaan vooral naar het buitenland
C
producten zijn duur en van slechte kwaliteit

Slide 22 - Quiz

Na importsubstitutie koos Brazilië voor
A
export gerichtheid
B
een import stop
C
een exportstop

Slide 23 - Quiz

Brazilië beschikt over
A
een dalende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen
B
een vergrijsde bevolking, een stijgend geboortecijfer en een stijgende welvaart
C
een stijgende welvaart, een lage urbanisatiegraad en een laag geboortecijfer
D
een stijgende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen

Slide 24 - Quiz

Zelf aan de slag

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video