W38

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

W38 les 1

persoonlijke voornaamwoorden & de werkwoorden (to) be & (to) have

Bezittelijke voornaamwoorden

(Kijk ook in je boek op blz 29)

Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands is:

1. hij
2. waar
3. huis
4. Danie

Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands is

1. zij
2. het
3. tafel
4. Fee

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan

1. he
2. we
3. you
4. she

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog

1. he
2. it
3. you
4. I

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I

1. I
2. they
3. we
4. you

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers

1. you
2. we
3. I
4. they

www.englisch-hilfen.de

to have

I have

you have

he has

she has

it has

we have

you have

they have

Ik heb

je / jij / u hebt

hij heeft

zij heeft

het heeft

wij hebben

julllie hebben / u heeft

zij hebben

Jim (to have) a dog

1. have
2. haves
3. has

My sisters (to have) brown eyes.

1. have
2. has

Senna (to have) two pets.

1. have
2. has
3. haves

To have

I

You

She/He/It

We

You

They

have

have

has

have

have

have

To be or to have

Je hebt geoefend met het werkwoord 'to be' en 'to have'.

Kies de juiste persoonsvorm.

They ... my parents.

1. have
2. are

We ...... a nice family

1. are
2. have
3. has

He ..... my brother.

1. is
2. have
3. has

Where ........................ I?

1. am
2. have

Welke vorm van to be hoort bij
I

1. is
2. are
3. am
4. be

We ................... at school

1. have
2. are

............... you at home?

1. are
2. have

To be

I

You

She/He/It

We

You

They

are

are

are

is

am

are

We ..... nice friends.

1. are
2. have
3. has
4. is

..... you at home tonight?

1. have
2. are
3. is
4. am

She has a book.
It is ___ book.

1. her
2. his
3. she
4. its

We are called Smith.
____ last name is Smith.

1. we
2. us
3. your
4. our

The cat has a collar.
____ collar is the colour red.

1. her
2. his
3. its
4. our

Susan and Mike are twins.
____ birthday is in May

1. they
2. their
3. her
4. his

Ik kan de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nu op de juiste manier gebruiken in een zin:

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. helemaal niet

www.english-4u.de

Well done!

Klaar, op de volgende pagina staan wat memory spelletjes die je kunt spelen, of pak een leesboek!

www.gamestolearnenglish.com