les 21

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen.......

- terugblik

- doel benoemen

- uitleg

- zelf aan de slag

- afsluiting

Wisbord opdracht

Bij 'ik' schrijf je de:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. ik-vorm + d
4. het hele werkwoord

Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. ik-vorm + d
4. het hele werkwoord

Als 'jij' achter de persoonsvorm staat, schrijf je:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. ik-vorm + d
4. het hele werkwoord

Bij wij, jullie en zij schrijf je:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. ik-vorm + d
4. het hele werkwoord

Violet _______ (dromen) ervan om beroemd te worden.

1. droom
2. droomt
3. droomd
4. droomdt

Hij ___________ (verbanden) per ongeluk zijn vingers.

1. verbrand
2. verbrande
3. verbranddt
4. verbrandt

Mijn moeder ________ (gooien) met slippers.

1. gooit
2. gooid
3. gooi
4. gooien

Hij _________ (beantwoorden) alle vragen.

1. beantwoord
2. beantwoorde
3. beantwoordt
4. beantwoort

Zelf aan de slag

Wat?	Werk aan les 21, opdracht 1 t/m 9 en 11 op blz. 46 en 47
Hoe?	Lees de opdrachten. Lees nog een keer rustig de theorie doe op blz. 46.
Klaar?	Lezen in je leesboek
Tijd?	30 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

I