Herodotus Boek II, 35

Welk Grieks tekstelement wordt vertaald met "vertellen"?
A
μηκυνέων
B
τὸν λόγον
C
ἔρχομαι μηκυνέων τὸν λόγον
D
μηκυνέων τὸν λόγον
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welk Grieks tekstelement wordt vertaald met "vertellen"?
A
μηκυνέων
B
τὸν λόγον
C
ἔρχομαι μηκυνέων τὸν λόγον
D
μηκυνέων τὸν λόγον

Slide 1 - Quiz

Welke afwijking van het Grieks zit er in de vertaling "omdat het meer wonderen bevat"?
A
πλειστα is geen superlativus
B
het Grieks gebruikt een hoofdzin
C
ἐχει is geen praesens

Slide 2 - Quiz

Wat zou er concreet bedoeld kunnen worden met ἐργα.

Slide 3 - Open question

Met welke woorden in de vertaling komt "προς πασαν χωραν" overeen?

Slide 4 - Open question

Waarnaar verwijst "hierover" in de vertaling? (Beantwoord in het Nederlands)

Slide 5 - Open question

Welk Grieks tekstelement is afhankelijk van het voorzetsel ἁμα (= tegelijk met)?
A
τῳ οὐρανῳ - ἑτερῳ
B
τῳ οὐρανῳ - τῳ ποταμῳ
C
τῳ οὐρανῳ - παρεχομενῳ
D
τῳ οὐρανῳ - οἱ ἀλλοι ποταμοι

Slide 6 - Quiz

Met welk tekstelement uit de Nederlandse vertaling komt τα πολλα παντα overeen?

Slide 7 - Open question

Welk Grieks woord wordt in de vertaling niet letterlijk overgenomen?
A
ἐμπαλιν
B
ἀνθρωποισι
C
ἐστησαντο

Slide 8 - Quiz

Op welke manier wijkt de vertaling "thuis zitten en weven" af van de grammatica van het Grieks?

Slide 9 - Open question

Op welke manier wijkt de vertaling van ὠθεοντες af van de grammatica van het Grieks?

Slide 10 - Open question

Als ze moeten plassen gaan de mannen op hun hurken zitten, de vrouwen doen het staande.

Slide 11 - Open question

Welk Grieks tekstelement vormt een tegenstelling met ἐξω?
A
εὐμαρείῃ
B
ἐν τοῖσι οἴκοισι
C
ἐν τῇσι ὁδοῖσι

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt ἐπιλέγοντες vertaald?

Slide 13 - Open question

Welk inhoudelijk element voegt de vertaler toe in de vertaling van τὰ δὲ μὴ αἰσχρὰ ἀναφανδόν?

Slide 14 - Open question

Welke vertaling blijft grammaticaal het dichtst bij het Grieks
A
Onno Damsté
B
Hein van Dolen

Slide 15 - Quiz

Welke vertaling heeft je voorkeur?
A
Onno Damsté
B
Hein van Dolen

Slide 16 - Quiz

Hoeveel verschillen tussen Egyptenaren en Grieken kun je noemen?

Slide 17 - Open question