Dit gebod kun je opvatten als een 'voor wat, hoort wat:' voor een dienst die al is verleend, mag je iets terugverlangen. In het Grieks komt dit heel goed naar voren in het verschil in tijd bij de woorden ἐξηγαγον en ἐσονται. Leg dit uit en geef in je antwoord de tijd van beide werkwoorden.
Goede uitleg: je zal niet / moet in de toekomst .. omdat ik dit al heb gedaan / al is gebeurd … 1p
Goede benoeming van beide tijden: 1p